Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

George Hoyt WHIPPLE

betekenis & definitie

Amerikaans geneeskundige (Ashland, New Hampshire, 28 Aug. 1878), studeerde aan de universiteiten van Andover en Yale en promoveerde in 1905 aan Johns Hopkins Medical School in Baltimore, waar hij bleef werken in de pathologie, eerst als assistent, vervolgens als buitengewoon hoogleraar.

Van 1914 tot 1921 was hij research-professor aan de universiteit van Californië; in 1921 werd hij benoemd tot hoogleraar in de pathologie te Rochester. In 1936 werd Whipple wetenschappelijk directeur van het Rockefeller Institute for Medical Research; sinds 1939 is hij curator van dit Instituut.

Whipple deed vele onderzoekingen van fundamentele betekenis, o.a. over de eiwitstofwisseling, de leverpathologie en de regeneratie der bloedkleurstof bij experimentele anaemie. Hij ontdekte, dat vooral lever een bijzonder gunstige invloed heeft op het herstel van de verbloedingsanaemie van honden; dit feit trok de aandacht van Minot en Murphy, en leidde tot de levertherapie van de destijds nog ongeneeslijke pernicieuze anaemie van de mens. In 1934 kregen deze drie onderzoekers daarvoor gezamenlijk de Nobelprijs voor geneeskunde.

< >