Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RESEARCH

betekenis & definitie

(Eng., onderzoek) is een begrip dat de laatste 20 jaar in Nederland vooral in gebruik is gekomen voor toegepast-wetenschappelijk, speciaal toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Het schijnt, dat naast het uitheemse research in deze speciale betekenis de laatste jaren in Nederland het woord speurwerk bezig is op te komen; in het Vlaams komt men opzoeking tegen, in Zuid-Afrika navorsing.

Men vindt de term research vaak in combinatie met verklarende of nader bepalende woorden. Bedrijfs- of ondernemingsresearch: speurwerk, ondernomen door en ten behoeve van een bepaald bedrijf of onderneming. Fundamentele research: speurwerk, gericht op de grondslagen van een tak van wetenschap en dus niet rechtstreeks (maar wèl indirect!) van belang voor toepassing in de practijk. Gerichte research: speurwerk, ondernomen met de gedachte aan een bepaalde practische toepassing. Offensieve research: speurwerk op lange termijn, ondernomen met de bedoeling dingen te vinden die aan anderen (bijv. aan andere volken) onbekend zijn. Service research: onderzoek met de bedoeling, in het bedrijf betere resultaten te verkrijgen van de voorhanden kennis en de bekende apparatuur. Technologische research: speurwerk, gericht op het vinden van de meest practische apparatuur voor bepaalde procédé’s.

TH. J. VAN KASTEEL

Economische research.

Gaat men uit van de bovenomschreven engere betekenis, dan kan men economische research zien als een tussenschakel tussen theorie en practijk, waarbij de in de theorie ontwikkelde begrippen-apparatuur en methoden worden gebruikt om de in de practijk ontmoete problemen te analyseren en op te lossen. De resultaten van een dergelijk onderzoek kunnen dan de leiders van het economisch proces in regering en in bedrijf behulpzaam zijn bij het bepalen van hun beleid (z planning).

Als een tussenschakel tussen theorie en practijk kan er van econonomische research echter ook een bevruchtende invloed uitgaan op de theorie. Vaak zal men bij de door de practijk aan de economische research voorgelegde problemen niet kunnen teruggrijpen op een in de theorie reeds ontwikkelde apparatuur, doch men zal nieuwe wegen moeten inslaan en nieuwe theorieën moeten ontwikkelen om de gestelde problematiek tot oplossing te brengen. Zo werden tijdens Wereldoorlog II in de V.S. aan enige leden van de „Cowles Commission for Research in Economics”o.w. Tjalling C. Koopmans, door de legerautoriteiten problemen ten aanzien van de ravitaillering van de legers overzee voorgelegd. Men had hiertoe slechts de beschikking over een beperkt aantal schepen, en men moest deze zo efficiënt mogelijk gebruiken.

Een nadere analysering van dit probleem gaf aanleiding tot het uitwerken van een geheel nieuwe opzet van de theorie van de productie, welke veelal met de naam „Lineair-Programming” wordt aangeduid. Bij de luchtbrug naar Berlijn in 1948, waar men ongeveer eenzelfde probleem ontmoette, kon men dankbaar gebruik van deze nieuwe theorie maken. Ook de problemen van practische conjunctuurpolitiek dwingen de economische researchwerker tot steeds nieuwe terreinen, waar verdere theoretische analysering nodig is. Hetzelfde geldt voor de economische structuur-politiek, waarbij problemen op langere termijn zoals bijv. dat van de industrialisatie in Nederland, bekeken worden.

Gezien de zeer sterke band tussen economische theorie en research is een zeer nauw contact tussen de Universiteit en/of Hogeschool en het researchinstituut nodig. Deze eis tot nauw contact wordt nog versterkt door het steeds sterker „team-work” karakter, dat research-werk krijgt. De uitgebreidheid van de theorie en de snelle ontwikkeling hiervan o.a. door het feit dat steeds nieuwe gebieden van andere takken van wetenschap er in betrokken worden, maken dat één man dit geheel niet meer kan overzien. Specialisatie binnen het kader van een team is nodig geworden. De econoom, de statisticus en de wiskundige dragen in de huidige economische research elk hun aandeel bij. Alleen aan een wetenschappelijke instelling vindt men een dergelijke veelzijdigheid van kennis.

Veelal zijn deze instituten dan ook organisatorisch aan dergelijke wetenschappelijke instellingen verbonden. Boven werd reeds gewezen op de „Cowles Commission for Research in Economics”, welke verbonden is aan de „University of Chicago”. Verder kan men nog noemen het National Bureau of Economie Research te New York, de Research-instituten verbonden aan de Universiteiten van Cambridge en Oxford, het „Institut für Konjunkturforschung und Weltwirtschaft” aan de Universiteit van Kiel en in Nederland het „Nederlandsch Economisch Instituut”,* dat via zijn wetenschappelijke staf verbonden is aan de Nederlandsche Economische Hoogeschool te Rotterdam.

Daar in de practijk veelal behoefte bestaat aan quantitatieve informatie is het begrijpelijk dat economische research zich steeds meer van econometrische en statistische methoden bedient bij haar onderzoekingen.

De gebieden waarop economische research verricht wordt zijn even talrijk als het aantal gebieden, waarop bedrijfseconomische en economisch-politieke vraagstukken bestaan. De meeste activiteit is tot nu toe echter ontwikkeld op twee gebieden, nl. op het terrein van de conjunctuur-analyse en de daarmede samenhangende macro-economische problemen en op het terrein van de marktanalyse. De uitkomsten van de onderzoekingen op het gebied van de conjunctuur zijn zowel van belang voor de regering bij het voeren van haar economische politiek, als voor de bedrijven, daar deze uitkomsten het raam vormen, waarbinnen zich de detail-analyse over de afzet van eindproducten en/of over de aankoop van grondstoffen kan voltrekken. Het instituut verbonden aan de Universiteit van Oxford heeft verder nog bekendheid verworven door de enquêtes, die zij regelmatig onder het bedrijfsleven houdt, over de door de bedrijven gevolgde prijspolitiek, om zo tot een beter inzicht in de prijsvorming op markten voor industriële goederen te geraken.

De methoden die bij economische research worden gebruikt en de manier waarop de op deze wijze verkregen quantitatieve informatie op systematische wijze wordt weergegeven werden o.a. behandeld in de artikelen statistiek*, econometrie*, elasticiteiten*, marktanalyse*, correlatie* en correlatierekening *

s. L. LOUWES

< >