is de afzettingsvorm der sedimenten of afzettingsgesteenten. Zij wordt veroorzaakt door verschil in korrelgrootte van het gesedimenteerde, verschil in mineralogische samenstelling en verschil in kleur.
Ook kan op een mechanisch afgezet sediment (bijv. zand) een scheikundige afzetting (bijv. zout) of een organogeen gevormde afzetting (bijv. organogene kalksteen) volgen. De oorspronkelijke gelaagdheid is gewoonlijk horizontaal, zodat de laagvlakken evenwijdig aan elkaar lopen. Door wild stromend water ontstaat diagonale gelaagdheid, die een helling ten opzichte van de oorspronkelijk horizontale ondergrond bezit. Treedt in verschillende richtingen diagonale gelaagdheid op, dan spreekt men van kris-kras gelaagdheid.
Beide laatstgenoemde soorten van gelaagdheid treden ook in sedimenten op, die door de wind zijn afgezet, bijv. in de duinen.Een laag is in de geologie de naam voor de eenheid, in stratigrafische zin, van een reeks van sedimenten. Men spreekt bijv. van een kalksteenlaag, een veenlaag, een zandsteenlaag, een zoutlaag. Een laag wordt van boven en van onderen door een laagvlak begrensd.
