Duits Protestants godgeleerde (Lachem bij Hameln 16 Jan. 1849 - Rohrbach bij Heidelberg 6 Sept. 1905), werd in 1878 privaat-docent te Kiel, aldaar in 1884 en te Halle in 1888 buitengewoon hoogleraar (voor Oude Testament en Semietische talen), in 1889 gewoon hoogleraar en Konsistorialrat te Greifswald, in 1895 te Berlijn.
Bibi.: Evangelien-Fragmente (1886), ßeitr. zur semit. Religionsgesch. (1888), Psalmen-Kommentar (3igo4), bewerk, van Job, Hooglied en Klaagliederen in Kautzsch* Die Heil. Schrift des A. T. (1894); 2de uitg. van Riehm’s Handwörterb. d. bibl. Altertums (1893-1894); Sindban oder die sieben weisen Meister (1879), Syrische Gramm, der Mar Elias (1880), Fragmente syr. und arab. Historiker (1884), Der Psalmenkommentar des Theodoretus v. Mopsuestia (1886).
