Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Friedrich wilhelm august ARGELANDER

betekenis & definitie

Duits sterrenkundige (Memel 22 Mrt 1799 - Bonn 17 Febr. 1875), begon zijn wetenschappelijke loopbaan in 1820 als assistent van Bessel aan de sterrenwacht te Koningsbergen. In 1822 verscheen van hem: Untersuchungen über die Bahn des groszen Kometen von 1811, en een jaar later werd hij te Åbo benoemd tot observator aan de sterrenwacht, als opvolger van Walbeek.

Hij hield er zich vooral bezig met de waarneming van sterren, die een aanmerkelijke eigen beweging bezitten, en deelde er de uitkomsten van mede in zijn DLX stellarum fixarum positiones mediae ineunte anno 1830 (Helsingfors 1835), waarvoor hij van de Academie te Petersburg de grote prijs van Demidoff ontving. Na de brand, die in 1827 het grootste gedeelte van Åbo verwoestte, werd de universiteit naar Helsingfors verplaatst. Argelander zette zijn waarnemingen voort, vertoefde in 1830 en 1831 geruime tijd te Koningsbergen en te Memel en leidde vervolgens de stichting van de nieuwe sterrenwacht te Helsingfors, welke in het najaar van 1834 voltooid werd. Niettemin aanvaardde hij in 1837 het hoogleraarsambt te Bonn en werd directeur van een observatorium, dat nog gebouwd moest worden en eerst in 1845 gereed was. Deze jaren van gedwongen werkloosheid gebruikte hij voor het vervaardigen van een sterrenatlas, de Uranometria nova (Berlijn 1843).In 1852 werd op de nieuwe sterrenwacht begonnen met het in kaart brengen van alle sterren tot de 9de grootte, gelegen tussen de noordpool en 2° zuiderdeclinatie. In zeven jaren werden hiertoe niet minder dan 850 000 waarnemingen gedaan. Als gevolg hiervan verscheen de Bonner Durchmusterung, een grote sterrencatalogus, die de rechte klimmingen en declinaties bevat van 324 198 sterren. Tegelijk hiermee werd uitgegeven de Atlas des nördlichen estirrnten Himmels (1859-1862; 2de druk door Küstner, 1899). Om dit werk te kunnen voortzetten, werd op aansporen van Argelander opgericht de Astronomische Gesellschaft.

Bibl.: Observationes astronomicae in specula Aboae factae (1830-1832); Ueber die eigene Bewegung des Sonnensystems (Petersburg 1837); Untersuchungen über die Eigenbewegung von 250 Sternen (Bonn 1869).

Lit.: E. Schönfeld, F. W. A. Argelander, in: Vierteljahrs. der Astron. Gesellsch., X (1875).

< >