Duits geograaf (Karlsruhe 30 Aug. 1844 - Ammerland, Starnberger See, 9 Aug. 1904). Aanvankelijk tot apotheker opgeleid, ging hij daarna zoölogie studeren.
Van 1869-1875 (met onderbreking tijdens de Frans-Duitse oorlog) was hij reizend journalist. In 1876 werd hij hoogleraar in de geografie te München. Met Richthofen, die hij in 1886 te Leipzig opvolgde, heeft hij wel het meest het geografische onderwijs in Duitsland in de jaren 1880-1900 beheerst.Hij was de eerste kunstenaarsnatuur onder de geografen. Ratzel was in zijn beschouwingen zeer subjectief; dit heeft hem meermalen tot uitspraken verleid, die later onhoudbaar bleken. In de loop der tijden heeft hij zich achtereenvolgens beziggehouden met reisbeschrijving, anthropogeografie, geografische biografie, volkenkunde en algemene aardrijkskunde. Onder deze wetenschappen is de anthropogeografie zonder twijfel zijn levenswerk. Hij streefde hierin naar systematische bestudering van de betrekkingen tussen bodem, volk en geschiedenis; het werd de geografische beschouwing van de mens in het milieu en was dientengevolge monocausaal. Als een der voornaamste vruchten van dit onderzoek is ontstaan de politieke aardrijkskunde, waarvoor Ratzel de richtlijnen heeft aangegeven, die later door mannen als Kjellèn, Haushofer, Maull e.a. zijn gevolgd. Hij schreef kort voor zijn dood een zijner beste werken: Uber Naturschilderung, dat een voorbeeld is van geografische natuurbeschrijving.
Bibi.: Wandertage eines Naturforschers (2 dln, Leipzig 1873-1874); Aus Mexiko (Breslau 1878); Die Vereinigten Staaten von Nord-Amerika (2 dln, München 1878-1880); Anthropogeographie (2 dln, Stuttgart 1882 en 1891); Politische Geographie (München 1897); Die Erde und das Leben (2 dln, Leipzig 1901-1902); Über Naturschilderung (München 1904); Glücksinseln und Träume (Leipzig 1905).
Lit.: K. Hassert, F. R., in: Geogr. Zeitschr. XI (1905); Schlüter, Die leitenden Gedanken der Anthropogeographie, insbes. d. Lehre Fr.
R.’s, in: Archiv f. Sozialwiss. dl 22 (1906); E. C. Semple, Influence of Geogr. Environment on the Basis of R.’s System of Anthropogeography (New York 1911).