Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Friedrich Heinrich GEFFCKEN

betekenis & definitie

Duits rechtsgeleerde en schrijver, vooral op het gebied van volkenrecht en staatsrecht (Hamburg 9 Dec. 1830 - München 30 Apr. 1896), was na een carrière in diplomatieke dienst van de Hanzesteden (18541869) en na enige jaren het ambt van syndicus van Hamburg (1869-1872) te hebben bekleed, van 1872 tot 1882 professor in de staatswetenschappen en het publiek recht aan de universiteit van Straatsburg. Van 1880 tot 1882 was hij tevens lid van de staatsraad van Elzas Lotharingen.

G. behoorde tot de raadgevers van kroonprins Frederik Willem en ontwierp met Roggenbach en Stosch reeds in 1885 de circulaire, die keizer Frederik Willem na zijn troonsbestijging tot vorst Bismarck richtte. Wegens het openbaar maken van een dagboek van keizer Frederik in de Deutsche Rundschau (Oct. 1888) door Bismarck van landverraad beschuldigd, werd hij echter van rechtsvervolging ontslagen.MR L. V. I.F.DEBOER

Bibi. : Die Alabama-Frage (Stuttgart 1872); Staat u. Kirche i. ihrem Verhältnis geschichtl. entwickelt (1875; 2de dr., 1877); Zur Gesch. d. orientalen Krieges 1853-1856 (Berlin 1881); La question du Danube (Berlin 1883); Léon XIII devant l’Allemagne (1892); Frankreich, Russland und der Dreibund (Berlin 1893). Voorts heeft G. de 5de dr. bezorgd van Ch. de Martens, Le guide diplomatique (2 dln, Leipzig 1866) en geheel herzien en bewerkt de 7de en 8ste dr. van A. W.

Heffter, Das europ. Völkerrecht d. Gegenwart aufd. bisherigen Grundlagen (Berlin 1882 en 1888).

Lit.: E. Nys, M. Fr.-H. Geffcken (Rev. de dr. intern, et de la législ. comp.

XXVIII; 1896).

< >