wordt gebruikt in ruimere en in engere zin. Het staatsrecht in ruimere zin omvat ook het administratief recht.
Het staatsrecht in engere zin wijst de dragers van het overheidsgezag aan, regelt hun bevoegdheden en hun onderlinge verhouding. Men noemt het, ter onderscheiding van het administratief recht, ook wel constitutioneel recht, omdat het de constitutie of inrichting van de Staat regelt. De voornaamste bronnen van staatsrecht zijn de Grondwet en de organieke wetten, dat zijn de wetten, die vastgesteld zijn ter voldoening aan een uitdrukkelijk bevel van de Grondwet. Ook het gewoonterecht speelt echter op het gebied van het staatsrecht een belangrijke rol. In navolging van de Engelse staatsrechtelijke literatuur pleegt men in Nederland de gewoonten op het gebied van het staatsleven wel aan te duiden als conventions. Zo steunt in Nederland het parlementaire stelsel niet op de grondwet maar op conventie (z constitutioneel stelsel).Lit.: C. W. van der Pot, Handb. v. h. Ned. S. (1950); R. Kranenburg, Het Ned. S. (71951).