Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Franz CUMONT

betekenis & definitie

(Valéry Marie), Belgisch beoefenaar van de vergelijkende en antieke godsdienstgeschiedenis (Aalst 3 Jan. 1868-Brussel 20 Aug. 1947), studeerde te Gent, Bonn (bij H. Usener), Berlijn en Parijs en werd reeds in 1892 hoogleraar te Gent.

In 1899 werd hij bovendien tot conservator bij de musea van het Jubelpark te Brussel aangesteld. Meningsverschillen van politieke aard met het ministerie van Kunsten en Wetenschappen leidden in 1910 resp. 1912 tot zijn ontslagneming uit beide functies. Zijn persoonlijk fortuin stelde hem in staat zich ongestoord verder te wijden aan de studie en hij verbleef meestal te Parijs en te Rome. Zijn belangstelling voor de oudheidkunde bleek onder meer uit Etudes Syriennes (1917) en uit de eerste zeer rijke opgravingen te Doura Europos onder zijn leiding, die hij vervolgens beschreef in Les Fouilles de Doura Europos (1926).

Hij was lid o.a. van de Ac. des Inscr. et Belles Lettres te Parijs, van de Kon. Ak. van België en van de Accad. Pontif. voor Archaeologie te Rome, doctor h.c. van de Universiteiten te Brussel, Parijs, Oxford, Cambridge, Dublin en Leuven. Zijn onschatbare bibliotheek gaf hij kort voor zijn dood ten geschenke aan de Academia Belgica te Rome (7 Mei 1947).

Zijn laatste werk Lux Perpetua verscheen posthuum.H. VAN LOOY

Bibl.: (studies over de eredienst van Mithra) Textes et Monuments figurés relatifs aux mystères de Mithra (2 vol. 1894-1900); Les Mystères de Mithra (3e éd. 1913, 3de Duitse ed. 1923, Eng. 1903); (studies over het Romeins heidendom) Les religions orientales dans le paganisme romain (4e éd. 1929; 3de Duitse ed. 1931, Eng. 1911, Ital. 1913). Voorts: Astrology and religion among the Greeks and Romans (1912); Comment la Belgique fut romanisée, (2e éd. 1919); L’Egypte des Astrologues (1937); Les mages hellénisés (in samenw. m. J. Bidez, 1938); Recherches sur le Symbolisme funéraire des Romains (1942).

< >