Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Franciscus Lievens KERSTEMAN

betekenis & definitie

Nederlands rechtsgeleerde en letterkundige (’s-Gravenhage 20 Mrt 1728 - Rotterdam? 1793?), was 1752-1759 opgesloten in een verbeterhuis te Rotterdam, promoveerde in 1759 te Harderwijk in de rechten, vestigde zich in 1761 te Zaltbommel en werd in 1764 professor honorair en lector juris der stad Heusden. Van 1775-1786 zat hij in het Werkhuis te Rotterdam gevangen wegens vervalsing van wissels.

Hij schreef verscheidene populaire juridische werken en een aantal romantische werken in een vlotte journalistieke stijl.Bibl.: Academie der jonge practizyns (’s-Gravenhage 1765); Nieuwe oeffenschoole der notarissen (Dordrecht 1766); Hollandsch rechtsgeleert woorden-boek (Amsterdam 1768); Practisijns zakboek (Amsterdam 1776); Holjandsche pleit-zaal (Amsterdam 1789); Rechtsgeleerde catechismus (Amsterdam 1790); De proceszieke burger (Amsterdam 1792); De pleitende practisijn (Amsterdam 1792). Romantische werken: De Bredasche heldinne (’s-Gravenhage 1751); Historie van Mevrouw de hartoginne van Pompadour (Zalt-Bommel 1761); Het leven van Fr. Kersteman (2 dln, Amsterdam 1792).

Lit.: D. J. H. ter Horst, F. L. K., het leven van een 18de eeuwsche avonturier (1937, Patria-serie 2); W. v. Iterson, F. L. K. en zijn gedwongen verblijven te Rotterdam, in: Rotterdams Jaarboekje (1951)

< >