Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LECTOR

betekenis & definitie

is in de R.K. Kerk degene die de tweede der vier kleine wijdingen, het lectoraat, heeft ontvangen en daardoor bevoegd is tot het voorlezen van liturgische teksten tijdens de godsdienstoefeningen en tot het zegenen van brood en vruchten.

Aanvankelijk was dit voorlezen zowel in de Oosterse als Westerse Kerk toevertrouwd aan ontwikkelde leken, later kreeg het door wijding een clericaal karakter, in het W. ca de 3de, in het O. omstreeks het begin der 4de eeuw.Aan Nederlandse universiteiten zijn lectoren, in tegenstelling tot privaat-docenten, officieel aangesteld tot het geven van onderwijs zonder echter lid te zijn van de academische senaat.

Lit.: A. v. Harnack, Ueber den Ursprung des L., in: Texte u. Untersuch. z. Gesch. der altchr. Lit. (II 5, 1886); F. Wieland, Die genet. Entwicklung der sog. Ordines minores (Rom 1897).

< >