Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VERVALSING

betekenis & definitie

…(tekst ontbreekt) naar worden voorzien; e. fantastische producten die moeten doorgaan voor tot nog toe onbekende vondsten uit het verleden. Hoewel er natuurlijk nog verschillende nuancen denkbaar zijn, kunnen alle vervalsingen toch wel teruggebracht worden tot een van deze categorieën.

Daarvan kan categorie a. het meeste gevaar opleveren. Dikwijls worden hier elementen uit meer werken van een kunstenaar of een periode gecombineerd. Soms blijkt dat de vervalser niet altijd begrip had voor de structuur van sommige dezer elementen; ook zijn er dikwijls fouten in de iconografie. Bijna altijd heeft zulk een vervalsing trekken uit de tijd van haar ontstaan. Deze worden in de eigen tijd niet altijd direct als zodanig gevoeld, maar enige tientallen jaren later herkent men ze op het eerste gezicht. In het geval Van Meegeren heeft de vervalser de geniale inval gehad, voorstellingen te creëren, zoals die van Vermeer’s hand niet bekend waren.

Daardoor was directe vergelijking niet mogelijk. Een stuk als de Emmaüsgangers (waarvan de echtheid door zeer enkelen nog wordt volgehouden) appelleerde bovendien aan een modern sentiment, dat men niet als modern heeft herkend. De tiara van Saitaphernes in het Louvre, de meest „beroemde” vervalsing uit het begin dezer eeuw, behoort tot de categorieën a. en e. Het stuk bleek te goeder trouw vervaardigd te zijn door de goudsmid Razoumowsky te Odessa, wiens kundigheden handig door anderen werden geëxploiteerd. „Valse” signaturen of aanduidingen van een periode zijn in China dikwijls aangebracht uit oogmerken van bewondering voor een kunstenaar of voor de werken uit een bepaalde tijd. Van vervalsing in onze zin is hier dus geen sprake. Sommige vervalsers of vervalsingsateliers hebben een zekere beroemdheid gekregen (Giovanni Bastianini, Alceo Dossena). Curieuze producten van categorie e. zijn bijv. „idolen uit Sardinië” en de zgn. „Baphomets” die idolen van de Tempelieren zouden zijn (de laatste in de 18de eeuw vervaardigd). Tot deze categorie behoren ook de 19de-eeuwse „Billies en Charleys”: loden pelgrimssouvenirs die uit de Middeleeuwen heetten te stammen.

Middelen om vervalsingen te ontdekken zijn: stijlcritiek en onderzoek van de technische middelen en de gereedschappen, die de vervaardiger heeft gebruikt; bij schilderijen ook: onderzoek van verf en doek of paneel, microscopisch nagaan van craquelure en penseelstreek, thans vooral ook onderzoek met infrarode en met Röntgenstralen, het eerste om overschilderingen te ontdekken, het tweede om de verschillende verflagen te kunnen onderzoeken.

Dikwijls stelt men de vraag, waarom een algemeen bewonderd werk ineens zijn aantrekkelijkheid verliest wanneer het een vervalsing blijkt te zijn. Hierop is in de eerste plaats te antwoorden dat de waarde van een kunstwerk wel degelijk bepaald wordt door de geestelijke achtergrond, m.a.w.: wanneer een kunstenaar iets voortbrengt uit scheppingsdrang, dan heeft zijn werk een andere geestelijke waarde dan wanneer het geproduceerd is door een vervalser, die zich handig van andermans recepten en wijzen van voorstelling weet te bedienen. Ziet men bovendien verschillende werken van een vervalser bij elkander, dan werken deze hoogst irriterend. Dit neemt niet weg, dat sommige bijzonder goede vervalsingen, zoals de Saitaphemes-tiara, blijvend geapprecieerd kunnen worden als stalen van technische bekwaamheid.

PROF. DR FR. W. S. VAN THIENEN

Volgens art. 326 bis W.v.Sr. wordt met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste vijf duizend gulden gestraft degene, die op of in een werk van letterkunde, wetenschap, kunst of nijverheid valselijk een naam of teken plaatst of de echte naam of het echte teken vervalst met het oogmerk om daardoor aannemelijk te maken, dat dat werk zou zijn van de hand van degene, wiens naam of teken hij daarop of daarin aanbracht (z ook plagiaat).

Lit.: St. Beissel, Gefälschte Kunstwerke (1909); H. A. Schmidt, Der Kunstbetrug, seine Entlarvung u. Bekämpfung (1941); H.Tietze, Genuine and False Gopies, Imitations, Forgeries (1949); O. Kurz, Fakes (1949); P. Coremans, Van Meegeren’s faked Vermeers and De Hooghs (1949)

< >