Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Foppe van aitzema

betekenis & definitie

of Foppius van, (Midlum in Friesland (?) ± 1580 - Wenen, 28 Oct. 1637), studeerde te Franeker, Leiden en Helmstadt en maakte daarna een studiereis door Duitsland, Engeland en Frankrijk. Als dichter en vooral rechtsgeleerde kreeg hij enige vermaardheid en werd daarom in 1607 raad van den hertog van Brunswijk.

Voor dezen onderhandelde hij o.a. met den keizer. Na de dood van den hertog moest hij vluchten (1613), beschuldigd op illegale wijze zich te hebben verrijkt; hij ging naar de Nederlanden) en werd door de Staten-Generaal benoemd tot hun resident bij de Hanzesteden te Lübeck (1617). Jarenlang was hij de ijverige strijder voor de belangen der steden en die der Staten-Generaal in hun onderhandelingen met Denemarken en met de Hanze, toen de keizer in Noord-Duitsland zijn macht sterk uitbreidde. Reeds even voor de vrede van Lübeck (1629) was Aitzema in contact gekomen mét Wallenstein; hij voerde vervolgens onderhandelingen namens de Republiek, met hem en den veldheer der Ligue, Tilly, over de neutraliteit van den keizer in het Nederlands-Spaans conflict. In 1635 was hij te Wenen voor zijn proces tegen den hertog van Brunswijk om zijn in 1613 verloren goederen (hij verkreeg volledig eerherstel) en onderhandelde toen, zich zeer katholiek gedragende, met keizer Ferdinand II over de neutraliteit tussen keizer en Republiek. Het volgende jaar werd hij, zeer tegen de zin der voorstanders van het verbond met Frankrijk, weer naar Wenen gezonden om over de neutraliteit van den keizer te spreken. Hij heeft zich hier zeer de gunst van Ferdinand verworven. Bovendien was hij betrokken bij onderhandelingen tussen Zweden en den keizer over een afzonderlijke vrede, wat Aitzema wel zal hebben bevorderd in de hoop, dat een algemene vrede tot stand zou komen. Het is zeer waarschijnlijk, dat hij hier handelde in geheime overeenstemming met Frederik Hendrik, die hem later verloochende. De Staten-Generaal hebben hem in 1637 naar Holland teruggeroepen, maar Aitzema, die begreep, dat alles nu tegen hem was, ging niet en verbleef verder te Praag en Wenen. Een poging om zich van hem en van zijn papieren te verzekeren, werd (opzettelijk?) slecht uitgevoerd, misschien ook dank zij den prins. Zijn vredesbemiddeling en zijn R.K.-worden hebben hem veel vijanden bezorgd, maar van verraad mag geen sprake zijn, wel van ijdelheid en eerzucht.DR H. A. ENNO VAN GELDER

Lit.: G. Das, Foppe van Aitzema (Utrecht 1920).

< >