Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FIFE

betekenis & definitie

een van de dichtst bevolkte en rijkste graafschappen van Schotland, ligt in de laagvlakte aan de kust van de Noordzee tussen de Forth- en de Taybaai en teltop 1275km2 (1948) 303 900 inw. Slechts het N.W. gedeelte is een afwisseling van bergen en heuvels (de Lomonds tot 527 m), veelal bedekt met venen en onvruchtbaar.

Het Z.O. gedeelte daarentegen is over het geheel vlak en voor bebouwing geschikt, evenals de oevers van de Eden of de zgn. „How of Fife”. Behalve deze rivier stromen er de Orr, de Leven en de Kenty naar de Noordzee. Van de totale oppervlakte is 46,6 pct bouwland, 26,5 pct blijvend grasland; de oppervlakte bos bedraagt 10 pet, terwijl 11,3 pct door natuurlijke weiden (rough grazings) wordt ingenomen. Tarwe en gerst, haver, knollen, aardappelen en vooral suikerbieten vormen de hoofdgewassen. Belangrijk is ook de veeteelt en de rivieren zeevisserij. Het runderenras van Fife is bekend (zwartgrijs en korte, rechtstandige horens). Het graafschap bevat steenkolenvelden en steenkolenmijnbouw, die ca 7 pct van de totale productie van Engeland levert. Burntisisland en Methil vormen de kolenhavens van dit gebied. De industrie omvat linnenweverij in Kirkcaldy en Dunfermline (damast), waar o.m. garens uit Ierland worden aangevoerd. De hoofdstad is Cupar aan de Eden. De volkrijkste steden zijn Kirkcaldy en Dunfermline.Lit.: J. Wilkie, History of Fife (1914); Idem, Bygone F. from Culross to St. Andrews (Edinburgh 1931); Idem, Bygone Fife North of the Lomonds (1938).

< >