stad in de Italiaanse provincie Pesaro en Urbino, aan de Adriatische Zee nabij de monding van de Metauro op 14 m boven de zeespiegel. De plaats, gelegen aan de spoorlijn Bologna Ancona en zetel van een R.K. bisschop, telt ruim 13 000 inw. (de gemeente ca 32 000 zielen).
Als voornaamste bestaansbronnen zijn te noemen. zijde-industrie, visserij en handel; tevens is het een druk bezochte zeebadplaats.Fano is het oude Fanum Fortunae (later ook wel Colonia Julia Fanestris), de Romeinse nederzetting daar waar de via Flaminia de N.O.-kust van Italië bereikt. De stad wordt voor het eerst vermeld in 49 v. Chr. Keizer Augustus ommuurde haar, zoals opgetekend staat op de triomfboog, die te zijner ere werd opgericht. Fano heeft een bewogen geschiedenis. In de 14de eeuw kwam de stad in de macht van het geslacht Malatesta, dat er o.a. een paleis en een citadel bouwde. In 1463 voegde paus Pius II Fano bij de Kerkelijke Staat, waar het tot 1860 deel van uitmaakte. De stad bezit een oude kathedraal (S. Fortunato), talrijke andere fraaie kerken en kloosters, benevens verschillende paleizen, een museum, bibliotheek en een fraai theater. Tot 1828 herbergde zij binnen haar muren ook een universiteit.
Lit.: S. Selvelli, Fano e Senigallia (Bergamo 1931).