Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EWSUM

betekenis & definitie

geslacht in de Groninger Ommelanden. Gevestigd op de burcht Ewsum bij Middelstum, strekte het in de 15de eeuw zijn invloed uit over een groot deel van Hunsingo en het westen van Fivelingo.

In 1531 verwierven de Ewsums bovendien het erfgrietmanschap over Vredewold en een uitgestrekt grondbezit in dit gewest, waar zij de vervening op grote schaal ter hand namen. Tijdens de Saksische vete (z George van Saksen) ca 1500, en na 1558 in de strijd tussen Stad en Ommelanden, speelden zij een leidende rol. Tengevolge van de oorlog moesten zij na 1580 de Ommelanden verlaten. Grote verliezen in de vervening geleden en veranderde gewestelijke verhoudingen veroorloofden na hun terugkeer geen leiderschap meer in de oude trant. Onder de Ommelander adel bleven echter de Ewsums hun plaats innemen, tot in de loop van de 18de eeuw de verschillende takken van de familie zijn uitgestorven. Meer in ’t bijzonder verdienen vermelding:Onne van Ewsum (gest. J489), nauw verwant met de graaf van Oostfriesland, een regent van groot gezag en aanzien zowel in de Stad als in de Ommelanden, geleerd humanist uit de kring van Gansfort en Agricola.

Wigbold van Ewsum, zoon van de vorige (gest. 1528), stichter van de Nienoord bij Midwolde. Zijn weduwe verwierf in 1531 voor haar zoons het erfgrietmanschap van Vredewold.

Johan van Ewsum, gevestigd op Mensinghe te Roden (gest. 1570), geleerd jurist, adviseur van de Ommelanden in hun strijd tegen de stad Groningen. Aanvankelijk deelgenoot in de ondernemingen van zijn broer Wigbold (zie hierna) trok hij zich in 1565 uit de turfgraverij terug, doch niet dan nadat zijn vermogen daarbij grotendeels verloren was gegaan.

Wigbold van Ewsum, genaamd Nienoord (gest. 1584), nam in Vredewold de vervening op grote schaal ter hand, waartoe hij, nadat het familievermogen ontoereikend was gebleken, gedeeltelijk met Duits kapitaal een vennootschap stichtte in 1570. Ook deze was echter reeds insolvent, eer de krijgsbedrijven van 1580-1594 aan de werkzaamheden een einde maakten. Als leider van de Ommelanden in hun twisten met de stad geraakte Nienoord in het Staatse kamp en voerde sinds 1580 namens de Prins van Oranje bevel over het legertje, dat in de noordelijke provincies tegen de Spanjaarden streed. Hij overleed in de schans te Oterdum aan bekomen verwondingen.

Caspar van Ewsum, zoon van de vorige (1564-1639), geschoold in het leger van stadhouder Willem Lodewijk, met wie hij zeer bevriend was. In de jaren van de strijd om Groningen voerde hij achtereenvolgens bevel over de sterkte bij Zoutkamp, over Delfzijl en over Coevorden; van 1599-1639 was hij Drost van Drenthe. Caspar slaagde er in de verveningen van zijn vader opnieuw in bedrijf te brengen en herstelde de Nienoord, maar moest er in berusten dat Ewsum met al het grondbezit in Hunsingo en de daaraan verbonden rechten voor zijn geslacht verloren ging.

M. HARTGERINK-KOOMANS

Lit.: M. Hartgerink-Koomans, Het geslacht Ewsum. Geschiedenis van een jonkers-familie uit de Ommelanden in de 15de en 16de eeuw (Groningen 1938).

< >