Nederlands meteoroloog (Delft 26 Febr. 1873), studeerde van 1891-1897 te Leiden in de wis- en natuurkunde, promoveerde aldaar in 1897 en was tot 1902 assistent, van 1900-1910 privaat-docent in de natuurkunde. In 1903 werd hij directeur van de eerste afdeling van het Kon.
Ned. Meteorologisch Instituut in De Bilt, waarvan hij in 1905 waarnemend, en in 1907 hoofddirecteur werd, hetgeen hij bleef tot 1938, toen hij werd opgevolgd door dr H. G. Cannegieter. Hij was buitengewoon hoogleraar in de meteorologie, klimatologie en oceanografie te Utrecht van 1910-1946.