Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EPE

betekenis & definitie

Gelderse gemeente van 15 477 ha en met (1949) 18 215 inw., waarvan (1949) 83 pct Prot. en 12 pct R.K. en 5 pct zonder gezindte. Zij ligt in het N.O. van de Veluwe, tussen de Woldberg en de Gelderse IJsel.

De bodem bestaat uit zand en (langs de IJsel) uit klei. Een groot deel wordt nog door heide en bos ingenomen. Ca 52 pct van de gemeente is cultuurgrond, waarvan ruim 65 pct grasland. Tot de gemeente behoren de dorpen Epe, Ernst, Vaassen en Oene, benevens een groot aantal buurten. Het dorp Epe, aan de spoorlijn Apeldoorn - Hattem, telt (1949) 2500 inw.; Vaassen heeft 6000 inw. Behalve landbouw (gemengde bedrijven, met omvangrijke kippenhouderijen; eiermarkt te Epe), veel industrie, die over verschillendedorpen is verspreid, zoals machinefabrieken, ijzergieterijen, stanniolfabriek te Vaassen, verbandmiddelen en chocolade te Ernst en zuivelfabriek, exportslagerij, meubelfabriek, drukkerij en een fabriek van stamp- en perswerk te Epe. Epe is verder een belangrijk toeristencentrum. Bij Vaassen ligt het gerestaureerde oude kasteel de Cannenburgh, eertijds de woonplaats van Maarten van Rossum. Ernst heeft een viskwekerij van de Nederlandse Heidemaatschappij.

Lit.: Rapport nr III (v.h.) Landbouw-economisch Instituut, betr. een onderzoek naar het „Kleine-boerenvraagstuk” in de gemeente Epe (Den Haag 1949).

< >