Nederlands bewindsman (Rotterdam 8 Oct. 1726Amsterdam 30 Mrt 1796), stamde uit een Rotterdamse regentenfamilie. Hij studeerde aan de hogeschool te Utrecht in de rechten, promoveerde 15 Aug. 1748 en vestigde zich te ’s-Gravenhage.
Weldra verwierf hij zich als advocaat zo’n goede naam, dat hij in 1762 benoemd werd tot pensionaris van Amsterdam. In deze betrekking oefende hij al spoedig, samen met burgemeester De Vrij Temminck, een allesbeheersende invloed uit, maar verwekte door zijn hooghartigheid ook hevige vijandschap. In 1778 nam Van Berckel zeer actief deel aan de onderhandelingen tussen Amsterdam en de Engelse koloniën in Noord-Amerika, die in opstand waren tegen het moederland. Er kwam een ontwerp-verdrag tot stand, waarin vooruitgelopen werd op de erkenning van de onafhankelijkheid van dekoloniën door Engeland. Toen dit concept in Sept. 1780 in Engelse handen viel, eiste de Britse regering de bestraffing van de schuldigen. Inderdaad desavoueerden de Staten-Generaal en de Staten van Holland het beleid van Amsterdam.
Spoedig daarop begon de vierde Engelse oorlog (1780), doch dit bevrijdde Van Berckel niet uit zijn moeilijkheden. Pas op 20 Nov. 1782 keerde hij terug in de Hollandse Statenvergadering, welke hij sinds 1780 niet meer bijgewoond had, eerst vrijwillig en daarna, omdat de Amsterdamse regering hem niet meer steunde en de stadhouder hem tegenwerkte. Na zijn terugkeer in de Staten van Holland is zijn invloed sterk gestegen. In samenwerking met De Gyzelaar* en Zeebergh, de feitelijke leiders van de aristocratische patriotten, bestreed hij de macht van den stadhouder, waarbij de democratische patriotten het „driemanschap” volledig steunden. In 1787 volgde de omkeer: de prinsgezinden kregen, ten gevolge van de Pruisische invasie, de leiding en Van Berckel behoorde natuurlijk tot hen, die uit hun ambt werden verwijderd. Op 10 Oct. 1787 trad hij af als pensionaris.
Daarmede is zijn rol uitgespeeld. In de tweede patriottenbeweging, welke een radicale democratische vernieuwing van het staatsbestel wilde, was voor den regent Van Berckel geen plaats meer.DR L. G. J. VERBERNE
Lit.: H. T. Colenbrander, De patriottentijd (3 dln, 's-Gravenhage 1897-1899); P. Geyl, De Patriottenbeweging (A’dam 1947).