Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Engelbert DOLLFUSS

betekenis & definitie

Oostenrijks Katholiek-sociaal staatsman (Texing, Mank, NederOostenrijk, 4 Oct. 1892 - vermoord Wenen 25 Juli 1934), boerenzoon, studeerde te Wenen in de rechten en de economie. Tijdens Wereldoorlog I diende hij in een Tirools regiment.

Na de oorlog hield hij zich met landbouwzaken bezig en organiseerde hij de boeren in Neder-Oostenrijk. In 1930 werd hij president van de Oostenrijkse Bondsspoorwegen. In 1931 volgde zijn benoeming tot minister van Landbouw.In Mei 1932 werd Dollfuss Bondskanselier. Direct kreeg hij met grote economische en politieke moeilijkheden te kampen. Ondanks een internationale lening van 250 millioen Schilling (Protocol van Lausanne, Juli 1932), die Oostenrijk onder buitenlandse financiële controle plaatste en waarvoor het moest beloven, voor 20 jaar niet aan Anschluss aan Duitsland te denken, bleef de economische toestand slecht. Daarbij kwam, dat Dollfuss door de Nationale Raad amper als Bondskanselier werd geaccepteerd. In dit lichaam beschikte hij slechts over een meerderheid van één, hoogstens twee stemmen. Toen in Mrt 1933 een stemmingskwestie ontstond, die in de parlementaire boezem niet besluitvaardig en naar behoren werd opgelost, greep Dollfuss dan ook de gelegenheid aan, om de „zelfuitschakeling” van de parlementaire democratie te proclameren.

Hij beriep zich op een „Ermächtigungsgesetz” uit 1917 en regeerde met noodverordeningen, die spoedig in de honderden liepen en van Oostenrijk een autoritaire staat maakten van sterk Katholieke signatuur. In Mei 1933 kwam een concordaat met de Paus tot stand.

Van twee kanten ondervond Dollfuss het felste verzet: van sociaal-democraten en van nationaalsocialisten. De laatsten werden, nadat in Duitsland Hitler aan de macht was gekomen, steeds driester, maar tegen hun activiteit, die uitmondde in terreur, trad Dollfuss, gesteund door Mussolini, die geen Duitse overheersing van Oostenrijk wenste, vol zelfvertrouwen op. In Oct. 1933 werd door een Nazi een mislukte aanslag op hem gepleegd. De sociaal-democraten bevonden zich na de vestiging van de autoritaire staat in een situatie, die veel van hun politieke zenuwen eiste. Gedeeltelijk doordat zij zelf over eengewapendeorganisatie, de Schutzbund, beschikten, die de sociaal-democratische posities in het land niet wilde prijsgeven, gedeeltelijk doordat Dollfuss waarschijnlijk op instigatie van Mussolini met behulp van de Katholieke Heimwehr-troepen de sociaal-democratie wilde liquideren, kwam in Febr. 1934 een uitbarsting, die het karakter van een korte, maar felle burgeroorlog had. De Oostenrijkse sociaal-democratie werd vernietigd, maar Dollfuss bekocht zijn overwinning met de innerlijke verzwakking van Oostenrijk, te meer daar zich in het „Vaterländische Front”, dat nu de drager van de Oostenrijkse één partij-staat werd (Austro-fascisme) en waarin Dollfuss ook zijn eigen Christelijk-sociale partij liet opgaan, vele elementen bevonden, die in hun hart de „Anschluss” wensten, ook al leek zij nog niet opportuun.

Mrt 1934 werd bij de Protocollen van Rome niet alleen door Italië, maar ook door Hongarije nog eens gestipuleerd, dat Oostenrijk onafhankelijk moest blijven. Engeland en Frankrijk, benevens Tsjechoslowakije, gaven dienovereenkomstige verklaringen uit. En ook het gezag van de paus stond achter Dollfuss, die op i Mei 1934 een corporatieve staat uitriep, met een grondwet, die geïnspireerd was op de encycliek Quadragesimo anno. Oostenrijk werd aldus het enige land, dat in de 20ste eeuw de R.K. sociale filosofie in toepassing trachtte te brengen.

Op 25 Juli 1934 beproefden nationaal-socialisten een coup. In Wenen drongen zij onder leiding van een zekere Holzweber de Bondskanselarij binnen en vuurden op Dollfuss schoten af, aan de gevolgen waarvan hij nog dezelfde dag overleed. Oostenrijks onafhankelijkheid bleef echter bewaard, doordat Mussolini aan de Brenner troepen samentrok. De moordenaar, Planetta, werd, met Holzweber, terechtgesteld. Schuschnigg zette Dollfuss’ regime in diens geest voort. j. R. EVENHUIS

Bibl.: Reden hrsg. v. E. Weber (1935, verte. uitg. v. A. Tauscher, 1935).

Lit.: J. Eder, Kanzler D., seine europäische Sendung (1933): D. v. Hildebrand, D. ein Kath. Staatsmann (1934); J. D. Gregory, D. and his times (1935); H.

Maurer, Kanzler D. (2de dr. 1935); G. Zernatto, Die Wahrheit über Österreich (New York 1938).

< >