Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Emile javal

betekenis & definitie

Frans oogheelkundige (Parijs 5 Mei 1839 - 20 Jan. 1907), promoveerde in 1868 te Parijs op een proefschrift over scheelzien. Daarna werkte hij te Berlijn, onder von Graefe.

Wegens de oorlog van 1870 teruggekeerd naar Parijs ontwikkelde hij niet alleen een wetenschappelijke maar tevens een belangrijke sociaal-politieke activiteit. In 1878 stichtte de Sorbonne een laboratorium voor oogheelkunde, waarvan Javal directeur werd. Ernstig ooglijden (glaucoom) dwong hem in 1890 zijn directoraat neer te leggen. Ook als blinde bleef hij nog wetenschappelijk werkzaam en construeerde hij o.a. een schrijfapparaat voor blinden.Javal kan beschouwd worden als de grondlegger van de oefenbehandeling van het scheelzien. Hij droeg verder zeer veel bij tot de ontwikkeling van de leer van het astigmatisme (z refractie) van het oog. Een door hem uitgevonden zeer vernuftig apparaat ter bepaling van het astigmatisme van het hoornvlies — de ophthalmometer — wordt in de huidige oogheelkundige practijk nog regelmatig toegepast.

Lit.: Hirschberg, Gesch. d. Augenheilkunde in Graefe-Saemisch, Handb. d. gesamten Augenheilkunde, Bd XV (Berlin 1918), Abt. 2, § 1280, blz. 535-547

< >