Frans schrijver (Parijs 3 Mrt 1889), zoon van de bekende caricaturist uit de Charivari en L’ Illustration, debuteerde als dichter en journalist. Als literair criticus van Le Temps had hij veel gezag.
Zijn grote kennis en fijn onderscheidingsvermogen blijken uit tal van bundels van zijn „Courrier littéraire”, vooral in Les Livres du second rayon (1915). Zijn aandacht is minder gericht op buitenlandse invloeden dan op het handhaven van eigen, nationale traditie. Zijn A quoi rêvent les jeunes gens, enquête sur la jeunesse littéraire (1912) heeft een rol gespeeld in de kentering der geesten vóór Wereldoorlog I. Hij is ook romanschrijver met veel talent; hij verwierf de Grand Prix du Roman de l’Ac. fr. (1924). DR R. WIARDABibl.: Gedichten verzameld als Poésies 1905-1928 (1928). Romans: L’Instant et Ie Souvenir (1912) ; Le Diable à l’hôtel ou les Plaisirs imaginaires (1919); Valentin (1919); Aricie Brun ou les Vertus bourgeoises (1924); L’Enfant perdu (1926); Esquisses d’X (nouvelles, 1928); Les Occasions perdues (1931); La Marchande de Couronnes (Nouvelles, 1932); Le Pénitent de Psalmodi (1933); Tout va finir (1936) ; Quatre nouvelles (1944) ; La Rose de Bratislava (1946). Critiek en biographie o.a.: Courrier littéraire (1922) ; Livres et portraits, ie série (1923), 2e série (1925), 3e série (1927); La Manie du journal intime et le roman autobiographique (1924); Stendhaliana (1924); Histoires morales (1925); Promenades pittoresques sur les bords de la Seine (1926) ; En Provence (1927); Eloge de la Curiosité (1927); Alfred de Musset (1928); Romanesques et romantiques (1930) ; Promenades italiennes (1930) ; Epistoliers et Mémoralistes (1928); Courrier littéraire, XVIIde siècle (1933), XVIIIde siècle, 2 vol. (1945-1947); Le Pèlerinage espagnol (1942) ; Poètes français (t. II. 1944, T. II 1946) ; Beautés du Brésil (1947).
Lit.: J. Boulanger, E. H. (1913).
