Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DRAKENBLOED

betekenis & definitie

is een diep- tot zwartrode harssoort (zie hars), die uit verschillende plantensoorten verkregen wordt. De belangrijkste soort, die drakenbloed levert is Daemonorops Draco Blume (syn. Calamus Draco Willd.), een klimpalm van de Molukken en de Soenda-eilanden, die het Oostindische drakenbloed levert.

Het wordt gewonnen uit de sterk geschubde vruchten, die men boven een vuur verhit, waardoor een brijachtige harsmassa te voorschijn treedt, die tot stangen van 30 cm lang en 2 cm breed gekneed wordt. Ook wel verzamelt men eerst de korrels hars, die spontaan zijn uitgetreden en kneedt deze samen tot kogels van een tot twee cm doorsnee; vervolgens worden de vruchten met waterdamp behandeld en de uittredende harsmassa tot koeken gekneed. Het beste drakenbloed leveren de korrels. Drakenbloed van goede kwaliteit is homogeen rood tot diepzwart toe, ondoorzichtig en reukeloos, doch dunne splinters hebben intensief rode kleur; na verwarmen ontwikkelen zich aromatische dampen en door kauwen vervalt het tot een melige massa. Eig.: sm.pt 80-129 gr. C., oplosbaar in benzol en zwavelkoolstof. Samenst.: voor 56,86 pct uit de zuiver rode harsester dracoresin, 13,58 pct dracoreseen C26H44O2 , sm.pt 74 gr. C. en 2,5 pct dracoalbaan C20H40O4. Ook uit andere soorten bereidt men drakenbloed o.a. uit de vruchten van D. accedens op Sumatra, waarmee men rotan rood verft. Het Socotraanse drakenbloed, dat onoplosbaar is in benzol en zwavelkoolstof en een sm.pt van 70 gr. C. heeft, is afkomstig van een boomvormige Liliacee Dracaena Cinnabari Balf.f. en het Canarische drakenbloed, dat een sm.pt van 60 gr. C. heeft van de op de Canarische eilanden groeiende soort Dr. Draco L.; bij dit geslacht wint men de hars echter niet uit de vrucht, doch treedt ze spontaan in volkomen doorzichtige korrels naar buiten.DR A. KLEINHOONTE

Lit.: Dietrich & Stock, Analyse der Harze, 2. Aufl. (Berlin 1930); Tschirch & Stock, Die Harze III (Berlin 1935).