(Adrianopel 22 Dec. 1459 - Napels 25 Febr. 1495), broeder van sultan Bajezid I. Toen deze in 1481 zijn vader opvolgde, stond Djem tegen hem op en wist de stad Broesa te bemachtigen.
Spoedig uit Klein-Azië verdreven, ondernam hij een nieuwe expeditie van Egypte uit, maar opnieuw geslagen, zocht hij toevlucht bij de Johanniterridders op Rhodos. Van hier ging hij in 1482 naar Frankrijk, met het oogmerk over Hongarije weer in het Osmaanse Rijk binnen te dringen. Verschillende Europese vorsten trachtten hem als politieke gijzelaar voor hun eigen plannen te gebruiken. In 1489 werd Djem aan de paus in Rome uitgeleverd en in 1494 door deze (Alexander VI Borgia) weer aan de koning van Frankrijk in Napels. Op 25 Febr. 1495 stierf Djem in deze stad, volgens sommige bronnen vergiftigd op last van de paus en volgens andere op last van de sultan.Lit.: L. huasne, Djem Sultan (Paris 1892).