Nederlands landschap- en genreschilder, tekenaar en etser (Mechelen 13 Aug. 1576 - Amsterdam? voor 12 Jan. 1633), was een leerling van zijn vader Philips en sedert 1591 te Amsterdam werkzaam. In zijn landschappen zette hij de romantische opvatting van Gillis van Coninxloo voort, terwijl zijn boerentaferelen de invloed vertonen van de boeren Bruegel (z Bruegel, Pieter, de Oudere).
Zijn werken bevinden zich o.a. in het Rijksmuseum te Amsterdam, in het Mauritshuis te ’s-Gravenhage, de musea te Berlijn, München en Brussel. Zijn zoons Jan, Justus en Philips schreven zich sinds 1636 Vingboons.Lit.: Ed. Plietsch, Die Frankenthaler Maler (Leipzig 1910); R. Grosse, Die Holl. Landschaftskunst 1600-1650 (Stuttgart 1925) 5 W. Martin, De Holl. schilderkunst in de 17de eeuw, Frans Hals en zijn tijd (Amsterdam 1935); I. H. v. Eeghen, De familie Vinckboons-Vingboons, in: Oud-Holland LXVII (1952).