hoofdstad van Frans West-Afrika (A.O.F.), aan de Atlantische Oceaan op 14° 40' N.Br. en 170 24' W.L. v. Gr. aan de zuidkust van het schiereiland Kaap Verde in Senegal gelegen.
Frankrijk nam in 1857 de plaats in bezit; Dakar is sedert 1902 zetel van de gouverneur-generaal van Frans West-Afrika. De stad zelf telt ca 100000 inw., onder wie 12000 Europeanen; de circonscription telt op 530 km2 182000 zielen (Europeanen 23000), d.i. 343 inw. per km2. De inheemsen beoefenen de landbouw (grondnoten), drijven handel of zijn werkzaam als arbeider in de plaatselijke bedrijven.Het klimaat is tropisch, doch voor Europeanen niet hinderlijk. De warme droge tijd wordt afgezwakt door de passaat, waaiende als een frisse wind uit het N.O. De regentijd duurt van Juni - October.
Dakar, een sociaal en cultureel centrum van betekenis, dankt betekenis en voorspoed aan de haven, welke geografisch een bijzonder gunstige ligging heeft. Heden ten dage is het vooroorlogse peil nog niet weder bereikt, immers in 1938 wordt de haven aangedaan door 6860 schepen, voor de jaren 1944 en 1946 luiden de cijfers 1581 resp. 1385. Worden in 1938 1 143000 ton en i 238000 ton geladen en gelost, in 1944 zijn deze hoeveelheden 286 000 ton resp. 612 000 ton groot. Ingevoerd worden in normale omstandigheden: katoenen goederen, olie, metaalwaren, rijst, wijn, kolen, suiker en meel; de uitvoer omvat grondnoten, goud, gommen, sisal, shea butter, kapok, huiden enz.
Dakar is bij uitstek de afscheephaven en tevens de plaats van veredeling van de producten, welke voortgebracht worden door het savannegebied van Senegal, van de Franse Soedan en de Nigerkolonie. Door middel van spoorwegen is de stad en haven verbonden met de grote rivieren Senegal en Niger; de mond van de Senegal is te ondiep voor zeeschepen. Spoorweglijnen verbinden Dakar met St Louis en met Bamako Koelikoro. Dakar fungeert tevens als afscheephaven van Kaolack, op 120 km afstand aan een zeearm gelegen, het centrum van het voornaamste aardnotengebied.
Het gedeelte van de Atlantische Oceaan bij Dakar is rijk aan vissoorten; dit kan er toe leiden dat de stad in de toekomst tevens een belangrijk middelpunt kan vormen voor de visserij.
De ontwikkeling van de internationale luchtvaart in de latere jaren verschaft Dakar een nieuwe bron van inkomsten. Het is een knooppunt geworden van de luchtlijnen tussen Amerika enerzijds, het Middellandse-Zeegebied, het Midden-Oosten en Europa anderzijds. Op 13 km van de stad is het vliegveld Yoff aangelegd; in 1946 deden 2570 vliegtuigen, vervoerende 30 100 passagiers, 146 metr. tonnen post en 1006 metr. tonnen.goederen, dit vliegveld aan. Dakar is door zeekabels met Brest en Casablanca verbonden; de draadloze zorgt voor verbinding met het moederland, de andere delen van de Franse Unie en de rest van de wereld.
Dakar heeft als locale industrie: olieslagerijen, zeepfabrieken, fabrieken voor biscuit, visconserven en verwerking van cacao.
H. A. BOMER
Lit.: L’Exportateur Français, 1 Juni 1947.
Wegens de grote strategische betekenis van Dakar deden de Britten en Vrije Fransen in Sept. 1940 een poging het van Vichy los te maken. Daartoe rustten zij een expeditie uit, die er landingen moest uitvoeren. Deze landingen mislukten echter, doordat de Franse afweer in actie kwam. Pas in Nov. 1942 ging Dakar naar de Geallieerden over en was het gevaar, dat de As van deze haven gebruik zou maken, definitief geweken.