Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CORVEY

betekenis & definitie

of Korvei (Corbeia nova), voormalige vorstelijke Benedictijner abdij in Westfalen, in het district Minden, aan de Wezer gelegen, werd in 822 op het door Lodewijk de Vrome geschonken koninklijk landgoed Huxori door de gebroeders Adalhard en Wala gesticht, door het overbrengen van de in 815 opgerichte nederzetting te Hethi.

Ze werd door monniken uit de Picardische abdij Corbie bezet, vandaar haar naam Corbeia nova of Saxonica. Lodewijk verleende het klooster belangrijke privilegies en schonk het grote landerijen. Van groot belang voor de abdij was de overbrenging van de relikwieën van de heilige Vitus, een martelaar tijdens de Christenvervolging van Diocletianus, van St Denis daarheen in 836. Doordat St Vitus de schutspatroon van de Saksers werd, werd Corvey het eerste klooster van dezen. Het was een beroemd centrum van beschaving en geleerdheid, vooral van de klassieke wetenschap en de kweekplaats van veel beroemde geleerden, o.a. van de geschiedschrijver Widukind.

Van keizer Hendrik III verkregen de monniken het recht van vrije abtskeuze, terwijl hij de abt de vorstenrang verleende (1039). De beroemdste abt van Corvey is Wibald (1146 1158), tevens abt van Stavelot. De abdij was niet ondergeschikt aan een bisschop doch stond onmiddellijk onder het gezag van de Heilige Stoel. In 1632 werd Corvey door de Zweden geplunderd en platgebrand.

In 1699 werd de abdij vernieuwd en in 1794 werd de toenmalige abt Theodorus door paus Pius VI tot bisschop verheven. In 1803 werd Corvey geseculariseerd en kwam het aan het huis van Oranje. Daarna ging het over aan Westfalen (1807) en in 1815 door het Wener Congres aan Pruisen. Het domkapittel werd in 1821 met dat van Paderborn verenigd In 1822 kwamen de bezittingen van de abdij, die langzamerhand zeer waren geslonken, met uitzondering van de stad Höxter, als gemediatiseerd vorstendom aan Victor Amadeus, de laatste landgraaf van Hessen-Rotenburg, en gingen in 1834 door erfenis over aan diens neef, prins Victor van Hohenlohe-Schillingsfurst, hertog van Ratibor (10 Febr. 1818 -30 Jan. 1893), die daardoor prins van Corvey werd.

De slotbibliotheek bevat ongeveer 150 000 boekdelen en een kostbare verzameling schilderijen en heeft een gedenkteken van Hoffmann von Fallersleben, die haar van 1860 tot zijn dood, in 1874, beheerde.

Lit.: Traditiones Corbeiens, ui tg. door P. Wigand (1843); F. Philippi, Abhandlungen über Corveyer Geschichtsschreibung (2 Bde, 1906-1919); A. Reuter, C. einst und heute (1925); Essmann und Fuchs, Die Kirche der Abtei C. (1929); H.

Krüger, Höxter und C. (1931).