Heilige, zou volgens de legende van zijn marteling tijdens de regering van keizer Diocletianus op wonderbare wijze gered zijn. Al bieden de rijkelijk opgesmukte overleveringen geen historische aanknopingspunten, dit neemt niet weg, dat zijn verering reeds van oude datum is en zich sterk verbreidde.
Een der voornaamste oorzaken was de verspreiding en herhaalde verplaatsing van zijn reliquieën, hetzij als geschenk hetzij door roof, zoals dat tijdens de 30-jarige oorlog met zijn gebeente in Corvey het geval was. Zijn verering bereikte een hoogtepunt in de 10de en 14de eeuw en nam daarna geleidelijk af. In Nederland zijn thans nog vele parochies, vooral in het Gooi, onder zijn patronaat gesteld. Hij is een der 14 Noodhelpers. Wijl ook zijn opvoeder en verzorgster, Modestus en Crescentia, tegelijk met hem door een engel van de marteldood gered werden, is zijn naam in de Romeinse liturgie bij de viering met dezen verbonden. Zijn feestdag is 15 Juni.
