Brabantse rechtsgeleerden uit de 17de eeuw.
Jan Baptist I
(Brussel 1622 -25 Oct. 1690), bekleedde verschillende hoge ambten in het centraal Spaans bestuur te Brussel en te Madrid en werd in 1687 tot kanselier van Brabant benoemd. Namens Spanje tekende hij o.m. het verdrag van Nijmegen. Hij is de auteur van een tiental genealogische en heraldische werken. Ook zou hij de eerste uitgave van Les délices des Pays-Bas bezorgd hebben; dit is evenwel door Britz en Goethals betwist.
Jan Baptist II
neef van de voorgaande (Brussel 1635 - 1707), was aanvankelijk advocaat en later raadsheer in de Raad van Brabant. Hij voltooide een door Anselmo begonnen werk over Placcaeten, ordonnantiën, eng. van Brabant, dat te Brussel in 1664 en 1676 in twee delen is uitgegeven. In 1682 en in 1683 liet hij het Brabants Recht, dat is generale costume van den lande ende hertochdomme van Brabant te Antwerpen in twee delen verschijnen, waarin de voornaamste costumen van Brabant, Limburg en Mechelen werden opgenomen. Naast nog een paar andere publicaties is een in het Latijn gestelde commentaar op de costumen van Brussel: Consuetudines Bruxellenses latine redditae (te Brussel in 1689 in twee delen verschenen), ongetwijfeld zijn voornaamste werk.
Wellicht wordt hij als auteur van Les délices des Pays- Bas beschouwd.
Libert Frans
broeder van Jan Baptist I en oom van Jan Baptist II (Brussel 23 Juni 1639 20 Juni 1717), was raadsheer in de Raad van Brabant, lid van de Hoge Raad der Admiraliteit en vice-kanselier van Brabant. Naast de uitgave van de werken van de Noordnederlandse rechtsgeleerden Frédéric en Jozef van Sande en een boek over de wetten van François Horman, is zijn voornaamste publicatie het in 1677 te Brussel verschenen Tractatus Ph. Bugnyon de legibus abrogatis et inusitatis. Dit werk was een aanpassing aan de wetgeving der Zuidelijke Nederlanden van het in 1564 in Frankrijk verschenen boek van Ph. Bugnyon en beoogde dezelfde opzet als dat van Simon van Groenewegen voor Noord-Nederland.
DR L. TH. MAES
Lit.: J. Britz, Code de l’Ancien Droit Belgique, I (Bruxelles 1847), p. 218-223; J. J. Thonissen, Art.
Christyn, in Biogr. Nat., dl IV (Bruxelles 1873), p. 105-m.
