Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bas

betekenis & definitie

(Lat. bassus, laag), heet:

1. De lage mannenstem, waarvan de omvang ongeveer van D tot es' is. Soms rekent men de bariton* tot de basstemmen en noemt de bas dan diepe bas, basse-taille of basse-noble. De comische lage bas in de opera wordt basso buffo genoemd.
2. Afkorting voor het laagste strijkinstrument: de contrabas*.
3. Een van de laagste typen of ook het laagste, van een instrumentenfamilie, bijv. bas-balalaika, bastrompet, basviool, basklarinet, bastuba, basblokfluit, basgitaar.
4. De laagste stem in een ensemble van instrumenten, maar ook van een meerstemmig instrument. Men noemt bijv. de partij van de linkerhand op de piano ook wel de ,,bas” en daarmede is de naam overgegaan op het lage gedeelte van dit instrument.
5. (scheepvaart) was de naam van een klein stuk geschut van beslagen ijzer vervaardigd, zoals gebruikt werd in de eerste tijd van de invoering van scheepsgeschut. De bas werd, evenals de carronade, gewoonlijk aan het dek geplaatst. Het lichte en korte geschut nam minder plaats in en kon door minder manschappen vlugger bediend worden.