(Berlijn 4 Oct. 1881 - Hamburg 18 Oct. 1948), stamt uit een Silezisch geslacht. Hij begon zijn loopbaan in een regiment Garde Grenadiers, doch ging reeds als 2de luitenant over naar de Artillerie.
Kwam daarna bij de Generale Staf. In Wereldoorlog I diende hij als stafofficier bij het 16de Legerkorps en onderscheidde zich bijzonder tijdens de strijd bij Verdun. In 1915 was hem het IJzeren Kruis 1ste klasse verleend.Na Wereldoorlog I nam hij als majoor dienst in de Reichswehr. In de nieuwe door Hitler geschapen „Wehrmacht” voerde hij van 1936 af het groepscommando te Leipzig, waarin alle gemotoriseerde eenheden waren samengebracht. In begin 1938 werd hij benoemd tot opperbevelhebber over het leger. Onder zijn bevel rukten de Duitse troepen Oostenrijk, het Sudetengebied en Bohemen-Moravië binnen. De veldtochten in Polen, Noorwegen, het Westen, de Balkan en in de eerste maanden in Rusland, geschiedden onder zijn leiding. Op 19 Dec. 1941 werd hij door Hitler uit zijn functie ontheven, die zelf het opperbevel over het leger op zich nam.
Dit geschiedde omdat von Brauchitsch het — zeer vermoedelijk — niet eens was met Hitler t.a.v. de in Rusland te volgen strategie. Von Brauchitsch wilde met het oog op de winter de Duitse troepen doen terugtrekken op de lijn Riga, Smolensk, Kief, Odessa. Een zo kort mogelijke lijn, met korte verbindingen, om van daar uit in het voorjaar weer tot de aanval te kunnen overgaan. Hitler wenste geen pas achteruit te gaan, met alle bezwaren van dien. Deze strategie kostte het Duitse leger honderdduizenden aan doden en zieken en desorganiseerde de verbindingen nagenoeg geheel. Op 3 Sept. 1945 werd von Brauchitsch door de Engelsen gearresteerd. Zijn arrestatie werd in verband gebracht met een ontdekte ondergrondse beweging in Hamburg en omgeving.