is oorspronkelijk de benaming voor de lijfwacht van de vorst; zij komt als zodanig reeds in de oudste tijden voor. Onder het Romeinse keizerrijk bestond de garde der pretorianen.
Zij lag te Rome in garnizoen en was, als enige gewapende macht in Italië, in latere tijden een gevaar voor de staat: verschillende keizers ruimde zij uit de weg en zij heeft zelfs het Romeinse rijk openlijk te koop aangeboden. Uit latere tijd zijn vooral bekend geworden: in Rusland de garde der Strelitzen, welke in de Tsarentijd (o.a. onder Peter de Grote) een niet onbelangrijke rol speelde; in Pruisen de garde der „Langen Kerle” van Frederik Willem I, doch die door Frederik de Grote aanstonds bij zijn troonsbestijging werd afgeschaft; voorts de garde van Napoleon, in Oude en Jonge garde verdeeld, in latere jaren uitgegroeid tot een uit alle wapens bestaand leger van ca 60 000 man. Verscheidene oorspronkelijk Nederlandse regimenten hebben deel van de keizerlijke garde uitgemaakt en zich door roemrijke daden onderscheiden. In Engeland zijn bekend de ,,Goldstream guards” (grenadiers) en de „Householdcavalry” (kurassiers).
In Frankrijk heeft de garde uit de tijd der Bourbons, het „Maison du Roi”, zich een grote naam verworven. In de Republiek der Verenigde Nederlanden hadden de Hollandse en Friese stadhouders hun lijfregimenten „Gardes Holland” en „Gardes Friesland”. Daarnaast onder Willem III de „Gardes du Corps” (bereden); onder Willem IV en Willem V ook de „Honderd Zwitsers”, in navolging van de Franse „Cent Suisses”. Onder de raadpensionaris Schimmelpenninck was ook artillerie bij de garde ingedeeld.
Door koning Willem I werd in 1829 het regiment grenadiers en jagers opgericht, met de bepaling, dat het zou dienen „onder het oog des Konings”. Hoewel officieel geen garde, was het in de residentie gelegerd en droeg het de zgn. gardelissen. In 1948 is aan de regimenten grenadiers, jagers en „Prinses Irene” het praedicaat „Garderegiment” verleend.LUIT. KOL. DR J. W.
WIJN
In BELGIË bestaat er officieel geen Koninklijke Garde. Vóór 1940 hadden keurregimenten als de Grenadiers (infanterie) en de Gidsen (cavalerie) zelfs deze titel niet. De wacht bij de koninklijke paleizen wordt verzekerd door infanteriebataljons. Een speciale afdeling van de gendarmerie, met haar oude parade-uniformen, doet dienst bij sommige grote plechtigheden.
Garde bourgeoise (Burgerwacht) was een spontane organisatie van de burgerij (Brussel onder leiding van Emanuel van der Linden d’Hoogvorst, 27 Augustus 1830; Luik, Brugge, Gent) om tegen de wanorde te reageren; zij nam geen effectief deel aan de opstand van September.
Garde civique (Burgerlijke wacht) werd later opgericht in al de steden als een ordewacht ter beschikking der gemeentebesturen. Werd 1914 afgeschaft.