Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

REGIMENT

betekenis & definitie

is de benaming van de grootste organieke eenheid van elke wapensoort, zodat men onderscheidt infanterie-, artillerie-, cavalerie (pantser)- enz. regimenten, respectievelijk bestaande uit enige bataljons, afdelingen, eskadrons, enz. De naam regiment is ontstaan in de 16de eeuw toen ten tijde van de huurlegers een willekeurig aantal voetknechten of ruiters onder bevel of „regiment” stond van een kolonel of krijgsoverste.

Toen kort na Wereldoorlog II wederom Nederlandse legeronderdelen werden gevormd heeft men met de Engelse uitrusting ook de Engelse organisatie overgenomen, hetgeen met zich bracht dat een divisie niet uit regimenten maar uit brigades kwam te bestaan. Hier is men later op teruggekomen, zodat de eeuwenoude benaming wederom in ere is hersteld.

Het tegenwoordige Nederlandse infanterie-regiment bestaat uit: de staf plus stafcompagnie; een verzorgingscompagnie; een compagnie zware mortieren; een compagnie zware mitrailleurs; een compagnie 8 tp. (tegen pantser); een geneeskundige compagnie en drie infanterie bataljons. Verwacht mag worden dat t.z.t. een compagnie tanks organiek bij het regiment infanterie zal worden ingedeeld; dan zouden de compagnie zware mitrailleurs en de compagnie 8 tp. eventueel uit deze organisatie kunnen verdwijnen, aangezien in de tank-compagnie de vuurkracht van zware mitrailleurs en het afweervermogen van de 8 tp.’s gecombineerd aanwezig zijn. In de Nederlandse regimenten, die thans namen dragen, wordt de traditie van de vroegere genummerde regimenten voortgezet hetgeen bij de regimenten, welke vaandels of standaarden voeren, wordt gesymboliseerd door het regimentsvaandel (-standaard) met inscripties vermeldende de veldtochten en de krijgsbedrijven waaraan het korps met roem heeft deelgenomen.

< >