Nederlands geschiedschrijver (Gouda 25 Dec. 1548 - Leiden 17 jan. 1617), studeerde te Leuven en werd in 1574 priester gewijd. Na vele omzwervingen binnen en buiten de Nederlanden ging hij over tot de Hervormde godsdienst, trouwde een rijke vrouw en vestigde zich in 1589 te Leiden.
Op aanbeveling van Van Oldenbarnevelt benoemden de Staten van Holland en Zeeland hem in 1591 tot ’s lands historieschrijver, zulks tot groot misnoegen van Janus Dousa (zie Does, Jan van der), die deze post voor Dominicus Baudius had begeerd. Tussen de wetenschappelijke opvattingen van Dousa en Boekenberg bestond een principieel verschil: terwijl de eerste de vaderlandse geschiedenis uitsluitend wilde opbouwen met gegevens die aan betrouwbare documenten waren ontleend, zag Bockenberg er geen bezwaar in om, waar deze ontbraken, een beroep te doen op de overlevering, d.w.z. op de fantastische verhalen omtrent de oudste historie van Holland die in de laat-middeleeuwse kronieken waren opgedoken en die vooral Dousa’s vriend Petrus Scriverius als belachelijke fabelen aan de kaak stelde. Een felle pennestrijd tussen Dousa, Baudius en Scriverius ener-, en Bockenberg met diens bloedverwant Brassica (Kool) anderzijds sproot uit deze persoonlijke en wetenschappelijke tegenstellingen voort. Bockenberg heeft verscheidene Latijnse geschriften nagelaten, meest van genealogische aard en met veelal fabuleuze stambomen. Zijn hoofdwerk, de Annales Hollandiae et Zelandiae, is ongedrukt gebleven (ms. in Kon. Bibl. te ’s-Gravenhage).Bibl.: Catalogus, genealogia et brevis historia regulorum Hollandiae, Zelandiae et Frisiae (1584); Catalogus etc. pontificum Ultrajectensium, item... antistitum Egmondanorum (1586); Hist. et gen. Brederodiorum (1587); Egmondanorum hist. et gen. (1589); Prisci Bataviae et Frisiae reges (1589; deze vijf werkjes te zamen uitg. te Leiden 1592); Ad nonnulla Jani Dousae aspera scripta extemporalis responsio (1601); Pro annalibus suis et priscis patriae chronicis conservandis contra Jani Dousae nefarias calumnias oratio (1603).
Lit.: H. Kampinga, De opvatt. over onze oudere vaderl. gesch. bij de Holl. historici der XVIe en XVIIe eeuw (’s-Gravenhage 1917).