Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Béla bartók

betekenis & definitie

Hongaars componist (Nagyszentmiklós 25 Mrt 1881-New York 26 Sept. 1945), ontving het elementair onderwijs van zijn moeder, later theorie van Laszlo Erkel te Pressburg. Van 1899-1903 volgde hij de lessen aan de muziekacademie te Boedapest, vnl. van Thoman (klavier) en Koessler (compositie).

In 1907 werd hij aan deze instelling als professor voor klavier spel verbonden. Gedurende de communistische dictatuur in Hongarije na Wereldoorlog I werd hem met Dohn&nyi en Kodaly een muziekdirectorium aan de muziekacademie opgedragen. In 1940 vestigde hij zich te New York, waar hij tot zijn dood bleef. Op tal van internationale reizen heeft hij zich laten horen als pianist en zich een bewonderenswaardig vertolker van eigen werk getoond. Sedert 1905 hield hij zich bezig met de studie van de Roemeense en Hongaarse volksmuziek. Hij verzamelde een zeer grote reeks van oude volksmelodieën, waarvan hij in zijn eigen werk steeds veelvuldigermelodischeen rhythmische elementen opnam.Hij schreef voor orkest: een Kossuih Symphonie, een Concert, drie Suites en vele kleinere stukken; drie pianoconcerten, een concert voor twee piano’s, slagwerk en orkest, een vioolconcert, een altconcert, een pianorhapsodie en twee vioolrhapsodieën; voor klein orkest een werk voor strijkers, slaginstrumenten en celesta; voor het theater: een opera-éénacter Hertog Blauwbaard’s Slot, een ballet De houten Prins, een pantomime De wonderlijke Mandarijn-, kamermuziek: vijf strijkkwartetten, twee sonates voor viool en piano, een rhapsodie voor clarinet, viool en piano; piano: een sonate, een sonatine, een suite, een bundel Mikrokosmos, en een zeer groot aantal grotere en kleinere stukken; een sonate voor twee piano’s en slagwerk; vocaie muziek: een Cantata projana voor soli, koor en orkest, Het Dorp voor soli en kamerorkest, vele koor- en liederenbundels.

Lit.: E. von der Nüll, Béla Bartók (Duits 1930).

< >