(1), (Gaelic: Beann-Chair) een stad in Camarvonshire (Wales), ligt aan het noord einde van de Menaistraat tussen de vaste wal en het eiland Anglesey, in een nauw, glaciaal dal. Het is een der oudste bisschopzetels van Wales en bezit een in 525 gestichte kathedraal; het tegenwoordige gebouw, in Gothische stijl, dagtekent uit de 15de eeuw.
Sedert 1884 is er een college van de University of Wales. De plaats telt (1939) 12 590 inw. Even ten O. van Bangor ligt Penrhyn Castle, het kasteel van lord Penrhyn, den eigenaar van de leigroeven bij Bethesda, in het dal van de Ogwen. Verder naar het N.O. bevindt zich Port Penrhyn, de haven van Bangor, met lei als voornaamste aficheepproduct; 3 km ten Z. van de stad leidt de Menaibrug en nog een km verder zuidwaarts de Britanniabrug* over de Menaistraat*.(2), (Beann-Chair) is een havenstadje en badplaatsje in het Noordierse graafschap Down aan de Carrickfergusbaai, met ± 8000 inw. Het bezat eertijds een der beroemdste abdijen van Ierland, gesticht door Sint Comgall ca 555. Daar hebben de HH. Columbanus en Gallus hun opleiding ontvangen, eer ze hun beschavende arbeid over heel het vasteland van West-Europa uitstrekten. Het „Antiphonarium van Bangor” (nu in de Bibl. Ambrosiana te Milaan) is een der oudste Ierse manuscripten (tussen 680 en 691), een kostelijke bron voor de kennis der vroeg-Ierse liturgische gebruiken.
De beroemde kloosterschool trok studenten tot zelfs uit Byzantium. Ten tijde van den H. Bernard en van bisschop Malachias (Mael-Maedóc), zou de monniken-bevolking der abdij enkele duizendtallen bedragen hebben. In 823 werd zij bijna geheel verwoest door de Denen; in de 12de eeuw volgde een herbloei, doch twee eeuwen later geraakte de abdij in groot verval. Na 1469 kwam zij achtereenvolgens onder beheer der Franciscanen en Augustijnen. In de 17de eeuw werd zij verwoest; alleen de klok en de top van het grote triomfkruis zijn overgebleven, beide in Iers privaatbezit.
Lit.: J. V. Brennan, Catholic B. and its old abbey, in Irish Monthly 48 (1920), 509-5*3» F* E. Warren, The Antiphonary of B., 2 dln (London 1893-1895); John Ryan, Origines and early development of Irish monasteries (Dublin 1934).
(3), havenstad in Maine (V.S.), gelegen aan de Penobscot, middelpunt van handel en verkeer, visvangst, industrie (door de overvloed van waterkracht, vooral van hout- en lederwaren). Wintersport en uitgangspunt van het toerisme, gericht op het bosrijke achterland. Bevolking (1940) 29 822, ongerekend de tijdelijke zomerbevolking van ca io ooo gasten.