Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LEI

betekenis & definitie

of leisteen is de naam van fijnkorrelige gesteenten, die een goede splijtbaarheid langs evenwijdige vlakken bezitten, die door druk zijn ontstaan (druksplijting = clivage). De splijtvlakken vallen gewoonlijk niet samen met de laagvlakken.

Leisteen ontstaat door metamorfose van klei. In slijpplaatjes zijn onder het polarisatiemicroscoop als bestanddelen kwarts, groene mica, magnetiet, pyriet, rutiel, toermalijn en calciet te herkennen. Daklei wordt o.a. bij Lehesten in Thüringen, Goslar in het Harzgebergte, St Goar en Rüdesheim aan de Rijn en in Noord-Wales en Cornwall in Engeland gedolven. Donkere, volkomen vlak splijtende variëteiten worden als schrijflei gebruikt. Griffellei is zacht en is in twee richtingen splijtbaar, zodat er gemakkelijk griffels uit gespleten kunnen worden.

< >