Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANGLESEY

betekenis & definitie

(Oudbrits: Mona; modern-Kymrische naam: Môn) is een Brits eiland (715 km2 met in 1940: 52 000 inw.) in de Ierse Zee en een van de graafschappen van Wales. Door de smalle Menai-straat, waarover een hangbrug voor wegverkeer en een spoorbrug voeren, is het van Wales gescheiden.

De kust is steil en heeft enige goede havens. Het klimaat is zacht. De bodem bestaat uit niet-onvruchtbare zavelgrond en is voornamelijk als weidegrond in gebruik. Bos is er weinig. De akkerbouw levert haver, doch vooral knollen en andere voedergewassen. Rundveehouderij is hoofdbestaansmiddel; slachtvee, op de boerderij bereide boter, eieren, gevogelte vormen de voornaamste voortbrengselen.

De voorheen rijke kopermijnen van Mona en in de Pary’s Mountain, die in 1768 werden geopend, zijn van weinig betekenis meer. De county-hoofdstad van Anglesey is Beaumaris, in oorsprong een in 1295 door Edward I gebouwde sterkte, waarvan de uitgestrekte ruïnes nog aanwezig zijn, thans een badplaatsje met ± 2000 inw.In 61 n. Chr. werd het eiland, dat rijk is aan menhirs, cromlechs en andere prae-Keltische oudheden, als belangrijk centrum der Druïden, door de Romeinen veroverd; later behoorde het tot het vorstendom Noord-Wales; op het einde van de 13de eeuw werd het door den Engelsen koning Edward I in bezit genomen.

DR H. J. KEUNING.

< >