noemt men een toestel of werktuig, dat de beweegkracht in zichzelf heeft zodat het, eenmaal in beweging gesteld, gedurende korte of langere tijd als een zelfstandige eenheid in beweging kan blijven en bepaalde verrichtingen kan uitvoeren. Onze uurwerken, klokkenspelen, horloges en planetaria behoren tot de automaten, waarvan het mechanisme door de zwaartekracht of door veerkracht wordt aangedreven.
Het slingeruurwerk, de eerste bruikbare tijdmeter, is een vinding, uitsluitend aan Christiaan Huygens te danken.In de Oudheid werden al automaten gemaakt, Homerus spreekt er reeds van. Toen Ptolemaeus I in het jaar 281 v. Chr. zijn zoon tot koning verhief, richtte hij een luisterrijk kroningsfeest aan, met feestelijke optochten, waarbij de volksmenigte vooral een reeks kunstig bewerkte automaten bewonderde. Op een wagen werd een automaat rondgereden in de gedaante van een vrouw, vier meter hoog, die van tijd tot tijd opstond en uit een gouden schaal melk goot. Een andere wagen droeg een met klimop versierde grot, waaruit bronnen van melk en wijn opborrelden; de grot opende zich en levende duiven vlogen er uit.
Heron van Alexandrië (ca 50 n. Chr.) geeft in zijn boeken over de Pneumatica en de Automaten beschrijvingen van nagebootste fluitende vogels, drinkende adelaars, dansende vrouwenfiguren, mensen, die dankoffers brengen, en allerlei andere toestellen, die in de tempels waren opgesteld en in werking kwamen nadat een offer was gebracht. Heron heeft ook een volledige beschrijving te boek gesteld van de inrichting van een klein automatisch theater, dat naar de toeschouwers kwam toerijden en waarin een toneelstuk in vijf bedrijven werd opgevoerd. Het aanrijden, het openen en sluiten van de deuren en van het rolgordijn, de handelingen van de acteurs, het veranderen van de tonelen, waarin scènes met donder en bliksem voorkwamen, en het wegrijden van het theater, dit alles geschiedde door het dalen van een bak met zand, die in het rijdende toestel was opgehangen en door zijn gewichtswerking achtereenvolgens de voor elke handeling aanwezige mechanismen in en buiten werking stelde.
Het automatische heeft van oudsher verbazing en bewondering gewekt en de mensengeest geboeid. Eertijds was het vooral het bewegen dat boeide, het was alsof de materie leefde; nu schijnt het, dat de automatisch werkende machine denkt. Omgekeerd noemt men den mens, die handelt zonder er bij te denken in figuurlijke zin een automaat. Vaak zijn kunstig bewerkte automaten ten toon gesteld of ten geschenke aangeboden. Leonardo da Vinci heeft velerlei automaten ontworpen en uitgevoerd. In de 18de eeuw werd befaamd de in 1769 door baron von Kempelen geconstrueerde schaakspelende automaat, die echter op een truc berustte.
In nieuwere tijd wordt de naam automaat ook gegeven aan mechanische inrichtingen, welke worden gebezigd voor het verkopen van chocolade, sigaren, spoorkaartjes, eetwaren enz., hetzij om de verkoop te stimuleren, of den verkoper uit te schakelen (z verkooptoestellen). De benodigde beweegkracht wordt hierbij door den koper of door een electromotor geleverd, nadat door het gewicht van een ingeworpen geldstuk, een pal, die als afsluiter dient, wordt neergedrukt.
Belangrijke automatische werkingen zijn echter eerst uitgevonden tegen het einde van de 18de eeuw; het zijn de inrichtingen, die de zuigerstoommachine in staat stellen het periodiek toe- en afvoeren van de stoom aan beide kanten van de zuiger zelf te regelen en de snelheid van de machine bij wisselende belasting constant te houden.
Eerst door de vinding van deze organen, het stoomverdelingsmechanisme en de regulateur, is de stoommachine geworden het zelfstandig werkende werktuig, dat spinnerijen en andere fabrieken, alsmede afzonderlijke werktuigen als pompen en later ook electrische generatoren kon aandrijven. Zeer veel hiervan is te danken aan het genie van James Watt.
De verdere ontwikkeling der werktuigbouwkunde en electrotechniek heeft het aanzijn gegeven aan een groot aantal apparaten en regelinrichtingen, die hun taak verrichten zonder menselijke hulp en derhalve automaten kunnen worden genoemd. De electrische personenlift met drukknopbesturing en automatische bediening van de deuren is hiervan een voorbeeld. Bij geheel automatische liften is zelfs de besturing geautomatiseerd. De mailschepen zijn voorzien van een automatische stuurinrichting, zij varen zonder menselijke hulp in de op het kompas afgestelde koers. Bij vliegtuigen spreekt men over de automatische piloot. Een moderne sigarettenmachine maakt 300 000 sigaretten per dag, pakt ze — met de opdruk naar boven — in doosjes en controleert alle vele daarvoor nodige bewerkingen zelf.
PROF. IR F. WESTENDORP