Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Autolyse

betekenis & definitie

betekent: zelfoplossing. Een orgaan of deel er van uit het lichaam genomen en in een steriele ruimte bewaard, ondergaat door inwerking van enzymen uit het orgaan zelf, veranderingen door afbraak der celbestanddelen.

Deze werking komt dus niet tot stand door mikroorganismen (bacteriën, schimmels), welke het orgaan van buiten af geïnfecteerd zouden hebben. Ook in het lichaam kan na beschadiging of door stoornissen in de stofwisseling van een orgaan autolyse ontstaan. Zo bijv. de acute pancreas-necrose {z alvleesklier), waarbij het pancreas zichzelf verteert. Een overeenkomstig verschijnsel is de autodigestie van de maagwand onmiddellijk na de dood, die het gevolg is van de inwerking van het maagsap op het afstervende slijmvlies. DR H. J.

VIERSMA In de plantkunde doet zich een overeenkomstig verschijnsel voor. Onthoudt men de onmisbare voedingsstoffen aan plantendelen, dan gaan deze soms langzaam te gronde. De enzymen, die zich in de cellen bevinden, kunnen echter nog lange tijd blijven doorwerken. De coördinatie van deze enzymwerkingen, zo kenmerkend voor het leven, is echter verloren, waardoor het protoplasma, dat in de normale levende cel schijnbaar onveranderd aanwezig is, aangetast wordt, gedeeltelijk uiteenvalt en oplost. Ook de semi-permeabiliteit van de protoplast gaat verloren en de inhoud van de cel treedt naar buiten. Men noemt dit gehele proces autolyse.

Men kan dit proces verhaasten, door de autolyse in te leiden door de cellen zwak te beschadigen, bijv. door ze korte tijd op hogere temperatuur (50-60 gr. C.) te houden. Natuurlijk moet men de ontwikkeling van rottingsbacteriën e.d. bij de autolyse verhinderen; daarom voegt men dikwijls toluol, chloroform, thymol of andere stoffen toe, wat echter meestal niet afdoende is.Autolyse wordt toegepast, wanneer men enzymen uit cellen wil isoleren. Hierdoor heft men de semi-permeabiliteit van de protoplast op; bovendien stelt men de enzymen, die veelal aan de plasmabestanddelen gebonden zijn, in vrijheid, waardoor zij in het autolysaat kunnen uittreden.

PROF. DR A. W. H. VAN KERK