Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Ataxie

betekenis & definitie

betekent letterlijk: niet schatten; men duidt hiermede een ziekteverschijnsel aan, dat voorkomt bij verschillende aandoeningen van het zenuwstelsel en dat gekenmerkt is door onzekerheid der willekeurige bewegingen. Wanneer wij een doelbewuste beweging uitvoeren, schatten wij de daarvoor benodigde spierkracht.

In de loop van ons leven bereiken wij daarin een grote vaardigheid. Bij het kleine kind zijn de bewegingen, vooral de wat samengestelde bewegingen als eten, lopen e.d. nog slecht gericht, terwijl de onderlinge samenwerking der verschillende spiergroepen veel te wensen overlaat. De volwassene daarentegen weet zijn spiercontracties zodanig te doseren, dat de bewegingen harmonisch verlopen en zonder omwegen tot het doel leiden. Hij beweegt niet meer en niet minder dan in een gegeven geval noodzakelijk is. Voor deze juist afgemeten bewegingen is in de eerste plaats nodig, dat wij op ieder ogenblik nauwkeurig op de hoogte zijn van de stand der ledematen en in de tweede plaats, dat wij onze spieren de juist gedoseerde prikkel kunnen doen toekomen. Aan de eerste eis wordt voldaan door de waarneming der proprioceptieve gevoelens, in het bijzonder het zgn. diepe gevoel dat ons inlicht over de spanningstoestand en de beweging van spieren, banden en gewrichten.

Dit diepe gevoel wordt via de zenuwen langs de achterstrengen van het ruggemerg naar onze hersenen geleid. Aan de tweede eis wordt voldaan door onze kleine hersenen, die de dosering en de harmonische samenwerking der contracties in de verschillende spiergroepen nauwkeurig regelen. De kleine hersenen zijn a.h.w. de dirigent van het bewegingsorkest.Het is nu duidelijk, dat zowel een stoornis in de gewaarwording van het diepe gevoel als een stoornis in de functie der kleine hersenen het verschijnsel der ataxie kan veroorzaken.

Al naar de plaats der stoornis noemen wij de ataxie perifeer (bij ziekte van de zenuw), spinaal (bij ziekte van het ruggemerg), cerebraal (bij ziekte van de grote hersenen) of cerebellair (bij ziekte van de kleine hersenen). Bij de spinale en de perifere ataxie kan de patiënt zijn stoornis ten dele compenseren met de ogen, door te kijken hoe de stand van zijn ledematen is. Hij kan dan niet voelen, maar wel zien in welke positie zijn hand of zijn been zich bevindt. Dientengevolge wordt de perifere en de spinale ataxie veel duidelijker wanneer men den patiënt blinddoekt. De meest typische spinale ataxie ziet men bij de tabes dorsalis (z neurolues). De perifere ataxie ziet men bij verschillende vormen van polyneuritis*, in het bijzonder bij de alcohol-polyneuritis en bij de polyneuritis na diphtherie (pseudo-tabes periferica).

Een typisch voorbeeld van cerebellaire ataxie is de dronkenschap, waarbij een alcoholvergiftiging van het cerebellum bestaat. Voorts zien wij de cerebellaire ataxie bij degeneratieprocessen (hérédoataxie cérébelleuse) en bij ziektehaarden in of nabij de kleine hersenen.

De patiënt met ataxie loopt slingerend en wijdbeens (breed gangspoor) , hij neemt onregelmatige passen, waarbij hij het been meestal te hoog optilt en te ver wegslingert. Het normale harmonische „afrollen” van de voet ontbreekt, de hak wordt met een klap op de grond gezet, waardoor men de ataxie soms reeds kan horen voordat men den patiënt heeft gezien. Om fijnere stoornissen in de taxis te demonstreren, laat men den patiënt met gesloten ogen de wijsvinger aan de neuspunt brengen, een voorwerp aanwijzen of grijpen, de hak op de knie van het andere been brengen e.d. Men ziet dan hoe de bewegingen onzeker en oveidreven worden uitgevoerd. Bij het pakken van een voorwerp bijv. wordt de hand veel te wijd geopend en worden de vingers veel te ver gespreid.

Behalve de vermelde vormen van ataxie kent men nog een frontale ataxie, die een enkele maal voorkomt bij ziekteprocessen in de voorhoofdskwab der grote hersenen. Bij deze vorm van ataxie zien we het merkwaardige verschijnsel, dat de patiënt in liggende houding alle bewegingen goed getaxeerd uitvoert, terwijl hij bij lopen en staan duidelijk atactisch is (statische ataxie).

DR A. VERJAAL