of bijzitter was in NEDERLAND vóór de herziening der Grondwet van 1848, de naam van die leden van de gemeenteraad, welke met den burgemeester het dagelijks bestuur uitmaakten en thans wethouders heten.
Volgens de Hoger Onderwijswet (art. 112) staan de assessoren, die krachtens gebruik benoemd worden uit elke faculteit, den rector magnificus van een Universiteit of Hogeschool in zijn werkzaamheden bij.
In PRUISEN is de naam een titel van staatsambtenaren, die na in de rechten gestudeerd en enige jaren (4 of 2) practisch gewerkt te hebben, een voorgeschreven examen met goed gevolg afleggen.
In de BELGISCHE rechtstaal wordt de naam assessor of bijzitter gegeven aan de rechters die aangewezen zijn om een anderen rechter, tijdelijk voorzitter van een kamer, bij de uitoefening van zijn ambt ter zijde te staan. Bijzonderlijk worden met de naam assessoren aangeduid de bijzitters die zetelen in het Hof van Assisen.