Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ASARJA

betekenis & definitie

Azaria of Azarias (Hebreeuws: azar-Jahu: Jahwe hielp)

1. koning van Juda (z Uzzia).
2. vriend en lotgenoot van Daniël. Aan het hof van Nebukadnezar (Nabuchodonosor) droeg hij de naam Abednego. Hem wordt in Dan. 3 : 24-25 LXX, een lofzang in de mond gelegd, aangeheven in de gloeiende oven. Deze zang behoort, evenals de „Lofzang der drie jongelingen” (Dan. 3 : 49-90), tot de deutero-canonische delen van het Boek Daniël, of, naar Protestantse terminologie, tot de apocriefe boeken. Het zijn breedsprakerige hymnen, die aan late Psalmen (vooral aan Ps. 148) doen denken.

PROF. DR J. COPPENS

Lit.: R. H. Charles, The Apocrypha and Pseudepigrapha of the O. T. in English (2 dln, Oxford 1913); E. Kautzsch, Die Apokryphen und Pseudepigraphen des A. T. (2de druk, 2 dln, Tübingen 1921); J.

A. Montgomery, The Book of Daniël (Edinburgh 1927); J. Göttsberger, Das Buch Daniël (Bonn 1928).

< >