Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Arnold CORNELISZ

betekenis & definitie

(ook Aernt, Arent Cornelisz. Croese, Croesius, Crusius), Gereformeerd godgeleerde uit het eerste tijdperk van de Hervormde Kerk (Delft 14 Jan. 1547 5 Juni 1605), studeerde te Heidelberg en te Genève, werd 1571 predikant bij de Nederlandse vluchtelingen-gemeente te Frankenthal en in 1573 te Delft; voor het hoogleraarsambt te Leiden heeft hij enige malen bedankt.

Op de nationale synoden te Dordrecht, 1574 en 1578, te Middelburg, 1581, en te ’s-Gravenhage, 1586, was hij scriba, praeses en assessor; in 1587 werd hij met anderen uitgenodigd voor het werk van de Bijbelvertaling. Een werkzaam aandeel nam hij in de kerkelijke strijd tegen Duifhuis, Coornhert, Herberts en Coolhaes; hij behoorde nl. tot de rechtervleugel van de Gereformeerden, de latere Contraremonstranten, echter gematigd en zonder de preciesheid van de tweede periode. Zo was hij ook een tegenstander van het supralapsarisme van Calvijn en Beza. Van de Nederlandse Geloofsbelijdenis van Guido de Brés gaf hij in 1583 een vertaling (de eerste Nederlandse vertaling was van 1562).

Zijn preken, gehouden bij de Doop van Frederik Hendrik en bij de begrafenis van Prins Willem I, zijn gedrukt. Hoogst belangrijk zijn zijn vele notities in kerkelijke kwesties, aantekeningen van en voor disputen en zijn uitvoerige briefwisseling met theologen, predikanten, staatslieden, geleerden in binnenen buitenland, die hem als aan een bisschop of superintendent schreven en om raad vroegen. De grote nauwkeurigheid, waarmede hij alles bewaarde, ordende en vaak van aantekeningen voorzag, maakt het Delftse kerkeraadsarchief tot een ware schatmijn van kerkhistorisch materiaal, thans bewerkt door H. J.

Jaanus.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK

Lit.: L. Knappert in Ned. Archief v. Kerkgesch., N.S., dl VII; Biogr.

Wb. v. Prot. Godgel. in Ned., V sub voce Kroese; N. Ned.

Biogr. Wb., IV, 480. Minuten van zijn brieven in de Werken der Mamix-Ver., serie V, dln II en III; vele brieven aan hem zijn gebruikt door: G. Sepp, Jean Taffin in: Drie Evangeliedienaren (1879); M.

F. van Lennep, Gaspar van der Heiden (1884); P. Hania Pzn, Wemerus Helmichius (1895); Reitsma en Van Veen, Acta, II en III, reg. sub voce Crusius.

< >