Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Arnold edward trevor bax

betekenis & definitie

Sir, Engels componist (Londen 6 Nov. 1883), leerling van Frederick Corder aan het Londense conservatorium, schreef zijn eerste werken in 1903 en is een buitengewoon vruchtbaar auteur. In zijn vaderland staat hij in hoog aanzien, getuige o.a. verschillende eerbewijzen welke hij ontving: in 1931 de gouden medaille van de Royal Philharmonic Society, in 1934 het muzikale doctoraat honoris causa te Oxford, in 1935 dezelfde graad te Durham en in 1937 de verheffing in de adelstand.

In zijn, romantisch geaarde, muziek, die een van haar sterkste impulsen ontving door het Keltische réveil, zijn drie ontwikkelingsfazen aan te wijzen: een eerste (tot 1913) waarin de harmonische rijkdom hoogtij viert, een tweede (tot 1920) waarin de polyphonie als hoofdelement de harmonie vervangt en de meest recente, waarin zich een algemeen streven naar versobering manifesteert.Werken: voor orkest zeven symphonieën, solo-concerten, symphonische stukken en ouvertures; drie balletten; een twaalftal grote koorwerken; kamermuziek: concerten, een octet, quintetten, kwartetten, trio’s en sonates voor allerlei bezettingen; piano: vier sonates en een menigte kleine stukken (tevens een serie werken voor twee piano’s); filmmuziek, liederen. Totale aantal: ver over de honderd.

Lit.: Grove’s Dictionary of Music and Musicians (suppl. 1945); Robert H. Hull, A Handbook on Arnold Bax’s Symphonies (I933)> A. L. Bacharach, British Music of our time (1946).

< >