Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARISTARCHOS van samothrake

betekenis & definitie

(± 217 - 145 v. Chr.), de beroemdste philoloog der Oudheid, uitblinkend als beoefenaar der tekstcritiek, was te Alexandrië onder Ptolemaeus VI Philometor hoofd der bibliotheek en stierf op Cyprus op 72-jarige leeftijd.

Hij was een leerling van Aristophanes van Byzantium, en evenals zijn leermeester, een voorstander van de leer der analogie bij de taalvormen. Hij maakte zich vooral verdienstelijk voor de tekst van Homerus; in zijn uitgaven duidde hij naast elke regel door tekens aan: a. welk vers hij voor onecht houdt;

b. bij welk vers iets bijzonders is op te merken;

c. wanneer hij van zijn voorgangers, met name van Zenodotos, afwijkt.

De indeling van de Ilias en de Odyssee is van hem afkomstig. Hij heeft de tekst van vele interpolaties gezuiverd (wij weten thans door papyrus-vondsten van oudere uitgaven, dat veel verzen in de loop der tijden waren toegevoegd), daarbij steunende op de lezingen van handschriften en op eigen intuïtie. Ook van andere dichters vervaardigde hij critische uitgaven. Voorts schreef hij commentaren, in de eerste plaats weer op Homerus, waarin hij moeilijke woorden, mythologische en geographische bijzonderheden verklaarde, bij voorkeur van den dichter zelf uitgaande, zonder allegorische interpretatie in de trant van zijn tegenstander Krates; ook tot de grammaticale verklaring heeft hij veel bijgedragen. De gedichten van Homerus beschouwde hij als een geheel, van één dichter afkomstig; hij polemiseerde tegen de zgn. chorizonten, die de Ilias en de Odyssee aan verschillende dichters toeschreven. Zijn school, die der Aristarcheeërs, behield haar gezag tot in de keizertijd.

Lit.: K. Lehrs, De Aristarchi studiis Homericis (3de dr., 1882); Ludwich, Aristarchs Homerische Textkritik, 2 Bde (Leipzig 1885); Sandys, History of class. Scholarship, I (1906).

< >