een Frank, veldheer ten tijde van keizer Gratianus (375 n. Chr. - 383 n.
Chr.), streed aan Rijn en Donau, hielp den Oostromeinsen keizer Theodosius tegen de Goten en in 388 tegen den usurpator Maximus, werd na het herstel als keizer van Valentinianus II (375-392) dezen als magister militum ter zijde gesteld en verdedigde voor hem het Westerse rijk tegen de barbaren. Hij had alle macht in handen, doodde zelfs tegen ’s keizers wil zijn tegenstanders, zodat deze keizer eindelijk in wanhoop over zijn onmacht zich zelf doodde (392). Volgens algemeen geloof echter was hij door Arbogastes gedood, die nu Flavius Eugenius, een civiel ambtenaar, op de troon bracht. Deze geraakte in strijd met Theodosius en keerde terug tot het heidendom (hierdoor strijd met bisschop Ambrosius van Milaan). Theodosius rukte tegen hem en Arbogastes op, leed eerst een nederlaag, maar overwon door een list de volgende dag, geholpen door bovennatuurlijke verschijnselen, die bijgeloof bij beide partijen verwekten, aan de Frigidus (Wippach), bij Aquileja (5-6 Sept. 394). Eugenius werd gevangen genomen en terechtgesteld, Arbogastes doodde zich drie dagen later (8 Sept. 394).Lit.: T. Hodgkin, Italy and her In vaders, I (1880); O. Seeck, Geschichte des Untergangs der antiken Welt, V, pag. 235-257 (Berlin 1913); Seeck-Veith, Die Schlacht am Frigidus, in Klio XIII (1913).
