Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARBORETUM

betekenis & definitie

(Latijn: arbor, boom), verzameling van winterharde houtgewassen. De aanplant van bomen en heesters geschiedt met wetenschappelijk, utilistisch of aesthetisch oogmerk.

Reeds sinds het midden der 16de eeuw hebben de verzamelingen van bomen en heesters in de botanische en medische wetenschap een voorname plaats ingenomen. In de kruidhoven en boomgaarden van kastelen en kloosters en in de botanische tuinen van universiteiten werden allerlei inheemse en exotische gewassen aangeplant. De eerste botanische tuinen, die in Noord-Italië werden gesticht, waren de leerscholen voor artsen en botanici, die veelal uit meer noordelijk Europese landen daarheen waren gereisd. De vele studiereizen hebben ten zeerste de verspreiding bevorderd van Z. en Z.O.-Europese en Aziatische gewassen. Vooral aan het Weense hof werden door de lijfartsen Mattioli en Clusius veel buitenlandse gewassen verzameld. In Frankrijk werd een van de eerste collecties bomen opgekweekt uit zaad uit West-Azië door René du Bellay.In de 17de en 18de eeuw werden door de invoer van Amerikaanse gewassen de plantencollecties in Europa aanzienlijk verrijkt. Onder Frans I werd in de in 1626 te Parijs opgerichte koninklijke tuin de voorloper der Amerikaanse importen, Thuja occidentalis aangeplant. Ritus, Ampelopsis, Robinia en andere Canadese planten volgden. De Jardin des Plantes te Parijs is thans nog het klassieke voorbeeld van Franse arboreta in de 17de eeuw. Uit de 18de eeuw dateert het in 1720 te Vigny opgerichte arboretum van Duhamel du Monceau, directeur der Franse marine, die in 1755 een wetenschappelijk werk over zijn plantenverzamelingen uitgaf.

Ondertussen importeerde Engeland in het midden der 18de eeuw rechtstreeks planten uit Virginië. Bisschop Compton van Londen bezat in zijn tuin te Fulham Liriodendron, Liquidambar, Juglans nigra en andere noviteiten, die vnl. door den zendeling John Banister in Virginië waren verzameld. In de Hortus te Oxford en te Edinburgh werden nieuwe Amerikaanse gewassen aangeplant en van daar verder over Europa verspreid.

Bij de omvangrijke collecties planten, die uit Amerika werden geïmporteerd, kwam in de t8de eeuw een keur van planten uit Japan. Thunberg, Robert Fortune en von Siebold zonden grote collecties naar Europa. In de parken in Engeland, die volgens de opbloeiende, zgn. landschapstijl werden aangelegd, werden deze nieuwe importen veelvuldig gebruikt. In 1809 werd de Horticultural Society opgericht, die haar eigen plantenverzamelaar, David Douglas, naar Amerika uitzond en de collectie planten in de tuinen te Chelsea aanplantte. De bosbouwkunde was met deze invoeringen zeer gebaat. In 1831 werd in Frankrijk door Pierre de Vilmorin te Les Barres een Arboretum opgericht, vooral met het doel om te onderzoeken, hoe de uitheemse bomen zich in Frankrijk gedroegen.

In het in 1838 verschenen Arboretum et Fruticetum Britannicum bepleitte Loudon de studie van de boomflora van het eigen land en daarna die van andere landen met overeenkomstig klimaat. Kort hierna werd in 1841 de 11 acres grote tuin te Kew (z Kew Gardens) met het oude arboretum (gesticht omstreeks 1762) voor het publiek geopend. In 1843 werd er een grote coniferencollectie aangeplant en in 1848 richtte Sir William Hooker er een systematisch geplant arboretum in. Bekend is ook het in 1857 te Segraz opgerichte arboretum van Alphonse Lavallée. De collecties uitheemse boomgewassen op het buiten van Fürst von Pückler-Muskau bevatten volgens Arboretum muscaviense van von Petzold en Kirchner in 1864 ongeveer 3000 soorten.

Grote arboreta ontstonden op het einde der 19de en het begin der 20ste eeuw. In 1872 werd met gelden uit de nalatenschap van James Arnold het Arnold Arboretum te Boston opgericht, ten dienste van de Harvard University. Thans beslaat het 220 acres en bevat ongeveer 6500 soorten, waarvan ongeveer 2500 exotische, en is hiermede een van de grootste collecties houtgewassen der Noordelijke gematigde zone. De Botanische tuin met Arboretum te Dahlem-Steglitz dateert uit het begin der 20ste eeuw en is thans 13 ha groot. De Kew Gardens, die intussen zijn uitgebreid, beslaan 80 ha en bevatten een prachtige collectie houtgewassen van ongeveer 4500 soorten.

In Nederland werd na de belangrijke aanplantingen in de Horti van Leiden, Amsterdam en Groningen het eerste arboretum opgericht in het midden der 19de eeuw op Schovenhorst te Putten. Een exotische collectie coniferen werd aangeplant, vnl. om te beproeven welke vreemde houtsoorten voor inlandse bosbouw geschikt waren. Het Arboretum te Wageningen dateert uit 1896. Het beslaat 1,75 ha en bevat ruim 1000 soorten. In 1917 werd het particuliere Arboretum Poort Bulten bij Oldenzaal geopend. Het is 6 ha groot en bevat ongeveer 2700 soorten.

De grootste collectie houtige gewassen in de tropen bevindt zich in ’s Lands Plantentuin te Buitenzorg en de Bergtuin te Tjibodas, op 1400 m hoogte. Het is eigenlijk een botanische tuin, doch in verband met de overwegende boomgroei in de tropen is het grootste deel van de ongeveer 80 ha grote tuin met houtachtige gewassen beplant. De tuin werd in 1817 door C. G. E. Reinwardt ingericht.

< >