thans Erbil of Orbil geheten, is een voormalige Assyrische stad in Adiabene (Irak), tussen de rivieren Lycus en Caprus (thans de Grote en de Kleine Zab), 85 km ten O.Z.O. van Mosoel, aan de Tigris. Zij ligt grotendeels aan de voet en gedeeltelijk op de helling van een kunstmatig opgeworpen heuvel, waarop een fort is gebouwd en is van het station Kirkuk van de Bagdadspoorweg bereikbaar per auto.
Reeds door de koningen der zgn. derde dynastie van Ur (koning Dungi in 2234 v. Chr.) werd deze stad, die toen Urbilu(m) heette, veroverd en verwoest. De stad was in de Assyrische tijd middelpunt van de dienst van de godin Isjtar. Naar deze stad is de veldslag genoemd van Alexander den Grote tegen Darius Kodomannos (331 v. Chr.), hoewel hij eigenlijk geleverd werd bij het dorp Gaugamela en bij de rivier Bumodus of Bumadus, ongeveer 45 km ten W. van Arbela. Het tegenwoordige Erbil heeft veel van het oude karakter bewaard.
