Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

MOSOEL

betekenis & definitie

(Mosui, Mossoel, Moessol = verenigingspunt), gelegen op 36° 13' N.Br. en 43° 10' O.L. v. Gr., is de hoofdstad van de gelijknamige, (1947) 601 590 inw. tellende liwa van Noord-Irak en heeft zelf ca 250 000 inw.

De stad ligt aan de rechteroever van de Tigris, aan de Bagdad-spoorlijn en bestaat uit een groot aantal nauwe en bochtige straten, doorsneden door twee moderne, rechte hoofdstraten.Er zijn 20 moskeeën en 8 kerken (o.a. van Nestorianen, Jacobieten en andere Christelijke sekten), w.o. vele van middeleeuwse oorsprong. Over de hier ca 600 m brede rivier ligt een stalen brug, waar vele belangrijke wegen samenkomen, die verbinding geven met het binnenland en de omliggende landen. In het noordelijk gedeelte van de stad bevinden zich de graven van een aantal heiligen. De bevolking is van Turks-Arabische oorsprong met een bijmengsel van Koerden en behoort voor het merendeel tot de Soennitisch-Mohammedaanse godsdienst ; de rest behoort tot de Nestoriaans- of Jacobietisch-Christelijke kerk en er zijn enige duizenden Joden. Mosoel is vanouds het middelpunt van een landbouwgebied en de voornaamste markt in Koerdistan voor graan, vruchten, schapen en geiten. In de talrijke bazaars worden vele ambachten uitgeoefend.

Hoewel het bekende mousseline, dat de naam aan deze stad ontleent, hier niet meer wordt vervaardigd, is er nog wel andere textielindustrie, benevens een belangrijke schoenfabricage en lederbewerking. De aanwezigheid van aardolie in de omgeving verhoogt de betekenis van Mosoel in belangrijke mate. Aan de overzijde van de Tigris liggen de ruïnes van het oude Nineveh en van andere oude steden (Tepe, Gawra, Calah, Dur Sharukin), die gedeeltelijk uitgegraven zijn.

Als oude Arabische stad werd Mosoel in 636 door de Moslems veroverd ; zij maakte later deel uit van Mongoolse en Perzische rijken. Sedert 1638 stond zij onder Turkse heerschappij. Na 1918 behoorde zij aanvankelijk niet tot het mandaatgebied Irak, maar door een beslissing van de Volkenbond in 1925 werd zij daarbij gevoegd. In Apr. 1941 maakten Arabische opstandelingen zich van de oliebronnen meester, doch Britse troepen heroverden deze spoedig.

Lit.: H. C. Luke, Mosui and its minorities (1925); Report of the Laidoner Commission (Volkenbond, 1925) ; Report of the Commission of the League of Nations on the Mosui Boundary (1924-25) ; M. Hesse, Die Mosulfrage (1925); L. Lloyd, The Geography of the Mosui Boundary (Geogr. Journal LVIII, 1926); La Question de Mossoul 1918-1925 (Turks Roodboek).

< >